Podcast: Mattias Desmet, 3 – Angst als hefboom

transcript | leeslijst

Transcript

Welkom bij luminati.be. Mijn naam is Frank. Ik schrijf en vertel verhalen over complottheorieën, schijnwetenschap en desinformatie.

Ik heb verschillende maanden rustig geluisterd naar de stem van professor doctor Mattias Desmet die zich geroepen voelde zich te laten klinken. Hij greep de COVID-19-crisis aan om zichzelf en zijn weinig jolige theorieën aan een ruimer publiek te openbaren. Ik heb de indruk dat hij voorlopig het zijne wat gezegd heeft. Vandaar dat ik een woordje voor deze podcastreeks heb geschreven en ingesproken.

Drie delen zelfs. In episode 1 en 2 van deze reeks heb ik de ideeën en theorieën besproken die hij uitdraagt tijdens zijn colleges aan de Ugent, in zijn boek De Psychologie van Totalitarisme en bij de schier eindeloze reeks van praatjes in de alternatieve media van gelijkdenkende pod- en vodcasters.

In dit laatste deel zoom ik uit. Ik kijk naar de manier waarop Desmet reageerde op kritiek van academisch geschoolde peers en van de reguliere pers. Ik heb het ook over Desmets markante mediacarrière die dan weer niet los te zien valt van zijn positie binnen de zogenaamde Tegenbeweging.

“Wie kritiek kwalijk neemt, heeft iets te verbergen.”

Een van de meest opvallende manieren waarop professor dr. Mattias Desmet met kritiek van academische peers omgaat, is de kritiek ontlopen en negeren. En treffend voorbeeld zagen we op 28 mei 2022. Toen organiseerde de Karl Jaspers Society of North America een online conferentie waarop Mattias Desmet, naast een vijftiental internationale mede-academici uit verschillende, verwante vakgebieden, uitgenodigd was.

In die groep zat onder meer dr. Vicky Iakovou. Haar heb ik reeds in deel 1 kort voorgesteld. In haar academisch werk nemen de teksten van Arendt een belangrijke plaats in. Verder iemand als Edward Mendelowitz, gedoctoreerd aan the California School of Professional Psychology, redacteur van Humanistic Psychologist en docent aan verschillende universiteiten. Ook Nassir Ghaemi, wiens ellenlang curriculum vitae vermeldt dat hij professor psychiatrie aan Tufts University School of Medicine is, verder een geschoold filosoof, en dat hij zo’n 300 publicaties op zijn naam heeft staan. Er wordt enigszins droog gesteld dat Ghaemi “enige familiariteit (heeft) met statistiek die voor een aanvullende invalshoek kan zorgen waarmee de statistische claims in Desmets boek geëvalueerd kunnen worden”. Om maar te zeggen: academisch gezien bepaald geen doetjes.

En Mattias Desmet, dus. Maar hij stuurde te elfder ure zijn kat.

Vooral de bijdrage van Nassir Ghaemi was naast uitgebreid, ook behoorlijk vernietigend. Hij nam bijvoorbeeld Desmets ideeën over wetenschap op de korrel. Desmet beweert dat wetenschap in essentie kan gedefinieerd worden als “openheid van geest” (PoT, p. 13, Engelse versie). Terwijl “wetenschap eigenlijk gaat over het testen van hypotheses via experimenten of observaties”, en, heel belangrijk:

over de bereidheid om hypotheses zowel te weerleggen als te bevestigen. Het gaat dus niet over welke vorm van geloof dan ook die iemand naar voren wil schuiven.

Ghaemi zag in Desmets boek een postmodernistische attitude, die “bestaat uit een relativisme v.a.v. waarheid, inclusief wetenschap, die op een simplistische manier geïnterpreteerd wordt (en die wetenschap vergelijkt met positivistische aannames van de negentiende eeuw)”. Hij merkte ook op dat Desmet de ideeën van Arendt misbruikt: wat wetenschappelijk denken betreft volgde zij de ideeën van haar leermeester Karl Jaspers. Ik vermeld dat hier opnieuw om de link tussen Jaspers en Arendt te verduidelijken.

Ghaemi nam ook de talloze verwijzingen naar Gustave Le Bon op de korrel. Over Le Bon heb ik in vorige delen al het een en het ander verteld. Hij zal later in dit deel van de podcastreeks het bruggetje vormen naar Desmets conservatief en donker-rechts gedachtegoed.

Nog een citaat, deze keer Ghaemi’s artikel Postmodernistische antiwetenschappelijke ideologie: de echte bron van totalitarisme:

De kern van de thesis van De psychologie van Totalitarisme, namelijk dat de Verlichting en wetenschap leiden naar totalitarisme, is zoals eerder beargumenteerd vals. De waarheid is exact het omgekeerde. Voorbeelden uit de echte wereld dragen hiervoor bewijzen aan: Heidegger, Foucaults held en de filosoof van het postmodernisme en de criticus van wetenschap, accepteerde het nazisme en werd ervoor beloond. Jaspers, daarentegen, die vasthield aan de ideeën van de Verlichting en wetenschap, wees Nazisme af en moest daardoor lijden.

Postmodernistisch relativisme v.a.v. waarheid en afwijzing van wetenschap leiden naar totalitarisme. De traditie in de Verlichting om wetenschap te accepteren als waarheid is het sterkste bolwerk tegen totalitarisme. En ik herhaal, dat was duidelijk het standpunt van Jasper en het standpunt van Arendt.

Op mijn website luminati.be vindt u twee video’s in verband met deze conferentie: een zeer korte compilatie van de strafste tegenwerpingen tegen Desmets ideeën omtrent wetenschap, psychologie van massavorming en totalitarisme [en dat is een link], en de volledige weergave van de conferentie.

Hoog tijd voor Peter Zegers, de Nederlandse skepticus die samen met Pepijn van Erp het boek van Desmet onder het vergrootglas hield. Hij hielp mij met heel wat ideeën die ik al in deel 2 verwerkt heb:

Peter Zegers: Ik ben boekhandelaar in Amsterdam. Boeken zijn de lust van mijn leven. Ik heb ooit Frans gestudeerd. Ik ben heel geïnteresseerd in literatuur en vooral dan op het snijvlak van politiek en literatuur. Het is een interesse die ik al heel lang heb. Net als antisemitisme en complottheorieën. En ja, Mattias Desmet kwam dus eigenlijk bijna natuurlijk op mijn weg toen dat boek een bestseller bleek te zijn. En dat trok natuurlijk mijn aandacht. Waarom? Wat beweert hij zoal? En ook altijd belangrijk: waar baseert hij zich nu precies helemaal op? Eigenlijk is dat voor mij altijd de interessantste vraag.

We zijn samen toen met Pepijn gestart om te kijken, nou ja, waar komt dat nu vandaan, wie citeert hij, hoe citeert hij? Nou, dat soort dingen die wij als skeptici, debunkers als je het zo wil noemen heel vaak doen. En wij hebben toen onze methoden op hem losgelaten en wij kwamen ongelóóflijk veel dingen tegen. En dat hebben we gepubliceerd op de website van Pepijn en dat trok toch wel de aandacht.

Ja, dan ga je toch door met hetzelfde onderwerp, een tijd lang in ieder geval. Totdat hij in herhaling begint te vallen en dan wordt het toch minder interessant. Maar dan wordt het eigenlijk interessant om te kijken: in welke kringen wordt zijn werk nu precies opgepakt, wie beroept zich op hem en dat soort dingen.

Zijn kijk op de theorieën en bronnen van Desmet zijn duidelijk:

Peter Zegers: Het is een beetje oppervlakkig. En het grootste bezwaar is: hij mag zijn thesis verdedigen, maar je moet ook ingaan op critici, op wat critici daarover te vertellen hebben en zeker ook op wat experts daar al eerder hebben over gezegd. Je kunt niet met Le Bon beginnen en eindigen. We zijn inmiddels bijna anderhalve eeuw verder dan dat Le Bon zijn boeken schreef. Le Bon, die natuurlijk ook een zeer problematische bron is.

Maar los daarvan, wetenschappelijk gezien zijn we wel iets verder dan de, hoe noem je dat, nogal banale inzichten van Gustave Le Bon. Dat kan eigenlijk niet, dat is niet oprecht. Dat is volksverlakkerij eigenlijk. Om te pretenderen inzichten te geven in moderne ontwikkelingen aan de hand van een werk dat volstrekt verouderd is, dat niemand nog serieus neemt. Er zijn misschien elementen in het werk van Le Bon die inzichten gaven toentertijd, maar om dat nu één op één te vertalen naar wat er aan de hand is, dat is gewoon niet eerlijk, dat is onoprecht.

Mattias Desmet lijkt het niet nodig te vinden om Gustave Le Bon en zijn werk te kaderen. Nochtans is Le Bon in Frankrijk nog steeds een bron van controverse. Hij heeft bijgedragen aan de verspreiding van racistische, elitaire en seksistische theorieën, zo schreef Jean-Claude Wartelle in zijn artikel De Antropologische Vereniging van Parijs van 1859 tot 1920 (2004).

Zo was volgens Le Bon en zijn leermeester Paul Broca een vrouwenbrein inferieur aan dat van een man; vandaar de flagrante intellectuele inferioriteit van het vrouwelijke geslacht. Evolutiebioloog Stephen Jay Gould noemde Le Bon de “belangrijkste vrouwenhater in de school van Paul Broca”. Als antropoloog is Le Bon nog steeds “een van de wetenschappelijke garanten van nationalistisch extreemrechts”. En dat is dan weer een citaat uit het werk van de Franse politiek filosoof en socioloog Pierre-André Taguieff, bekend van zijn werk over antisemitisme en complotdenken.

De evaluatie van Taguieff en anderen maakt Desmets ode aan de Franse socioloog er des te perfider om: Le Bon zou in 1895 gewaarschuwd hebben dat de massa de maatschappij in haar greep zou kunnen krijgen: “er zou een nieuwe staatsvorm kunnen oprijzen”, schreef Desmet (PvT, p. 128). Le Bon had het over de democratiseringsprocessen die zich ook in Frankrijk stilaan op gang begonnen te trekken. Denk aan sociale opstanden, arbeidersemancipatie en vrouwenemancipatie. Desmet had het daarentegen over de vermeende “profetische gaven” van Le Bon, die volgens de professor de opkomst van de totalitaire staten in de twintigste eeuw voorspelde.

Maar ik ga terug naar Desmets omgang met kritiek. Een reactie van Desmet op deze conferentie volgde ruim acht maanden later, op 12 februari 2023. In die periode lag hij in de clinch met zijn werkgever, de universiteit van Gent. Die had eind januari dat jaar beslist om niet alleen zijn boek van de verplichte leeslijst te schrappen voor het vak Cultuur- en maatschappijkritiek maar ook om Desmets bijdrage aan dat vak fors in te perken. Desmet zelf schreef:

De kritische besprekingen van mijn boek die door de Universiteit Gent in beschouwing werden genomen, waren van de hand van verschillende auteurs.[…] De kritische bespreking van professor Nassir Ghaemi was in verschillende opzichten de belangrijkste. Er werd verschillende keren naar zijn kritieken verwezen in het rapport van één van de betrokken commissies.

In februari 2023 verschenen er uiteraard heel wat artikelen in de Vlaamse pers over het geval Desmet: onder meer UGent gaat handboek van omstreden psychologieprofessor Mattias Desmet niet langer gebruiken:

Het werk van de omstreden professor klinische psychologie Mattias Desmet bevat ‘slordigheden’ en refereert aan ‘verouderde wetenschap’, zegt een commissie.

Jammer genoeg gaan heel weinig kranten dieper in op die ‘slordigheden’ en op die ‘verouderde wetenschap’. Het is uiteraard iets te technisch voor een doorsnee krantenartikel, maar het gaf Desmet wel de kans om er zich in de pers goedkoop vanaf te maken. Neem nu in het artikel UGent legt omstreden professor aan de ketting, waarin Desmet verklaart:

‘De zwaarste beschuldiging is dat ik een slordige wetenschapper ben’, zegt hij aan de telefoon. ‘Dat raakt mij wel. In alle boeken staan fouten. In het mijne wellicht wat minder.’

Die verklaring zal Desmet later bijstellen: van ‘wellicht minder’ gaat hij in een kwestie van een dag of wat naar ‘geen fouten’. Desmet verklaarde dat hij geen fouten kan verbeteren die er niet zijn. De pers confronteerde Desmet amper of niet met die boude uitspraak.

Het verhaal van Desmet is echter niet louter de tocht van een dappere plattelander die in zijn toren, ver weg van de werkelijkheid. Die enkele oude boeken leest en dan beslist de baan op te gaan om tegen een grotendeels verzonnen maar een schijnbaar gevaarlijk, molenwiekend technocratisch totalitarisme te bevechten. Of van de wonderprof die vermalen wordt door het universitaire apparaat. Het is ook en vooral het verhaal van een intelligente, maar geslepen man, die zijn kans schoon zag om te schitteren op de mesthoop die het gevolg was van de mondiale COVID-19-crisis. Een man die de ellende veroorzaakt door de pandemie, die dood en verderf aangreep om in de spotlights te stappen.

Zijn interventies in de media, waarin hij het had over de schadelijke psychologische gevolgen van de lockdowns (in realiteit semi-lockdowns), werden door factcheckers niet al te positief beoordeeld. In bijvoorbeeld het artikel Beweringen professor Mattias Desmet omtrent corona kloppen niet altijd van 11 februari 2021 legt de factchecker uit dat er geen bronnen zijn voor sommige beweringen van Desmet. En dat mag ons op dit punt in de reeks niet meer verbazen.

Verder is een psycholoog geen viroloog, epidemioloog of geneeskundige. En toch dichtte Desmet tijdens de coronacrisis het virus kleine, de maatregelen en de vaccins grote schadelijke gevolgen toe. Blijkbaar kwam het toen niet in hem op dat zijn onbewezen theorieën en niet-onderbouwde verklaringen over COVID-19, PCR-tests en inentingen mogelijk schadelijk konden zijn voor de volksgezondheid.

Maarten Boudry schreef onder meer in zijn artikel De rode draad doorheen de radicalisering van Mattias Desmet is schromelijke zelfoverschatting:

Op basis van wat slecht verteerde wetenschapsfilosofie en twijfelzaaierij komt Desmet in zijn boek dan uit op een soort vulgair relativisme: met cijfers en statistieken kan je alles bewijzen, het is toch allemaal manipulatie en (zelf)bedrog, dus we hoeven de medische experts niet ernstig te nemen.

En:

Desmet verdraait zelfs de data van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) over stijgende armoede (die vooral door het virus zelf komt en niet zozeer door de maatregelen). Hij trivialiseert consequent de mortaliteitsgraad van het coronavirus (dat in werkelijkheid minstens tien tot vijftien keer zo dodelijk is als seizoensgriep). Hij maakt virologen verdacht als machtswellustelingen die ons voor eeuwig en drie dagen met maskers willen teisteren […]. En hij bestaat het zelfs te verkondigen dat de indirecte (kanker)doden door uitgestelde zorg binnenkort als coviddoden geregistreerd zullen worden!

Maar kritiek op zijn boek, zijn theorieën, zijn verschijningen in twijfelachtige podcasts liet Desmet stoïcijns over zich gaan. Factchecks van zijn commentaren en beweringen over de maatregelen tegen COVID-19, waarbij hij gretig met alternatieve feiten strooide die potentieel gevaarlijk waren voor de volksgezondheid, leken hem te amuseren. Kritische evaluaties van factcheckers over zijn uitspraken, konden hem aan de hol roesten.

Maar pas wanneer zijn eigen persoontje en zijn academische positie schade begonnen te ondervinden, pas dan daalde de professor neder van zijn ivoren toren en doorbrak hij het zwijgen. Pas wanneer de Ugent, zijn werkgever, reageerde – weliswaar veel te laat en veel te lauw volgens heel wat observatoren – , maakte het duiveltje in Desmet zich klaar om zich te roeren in het wijwatervat.

En hij had ook medestanders; niet iedereen zag de maatregelen tegen Desmet zitten. Zo liet VUB-wetenschapsfilosoof Gustaaf Cornelis aan de krant De Morgen weten:

Ik hoop dat studenten protesteren want dit gaat ver. Ik zou hier liever het wetenschappelijk debat zijn werk zien doen, met discussie tussen Desmet, tegenstanders en studenten. Daar dient een universiteit toch voor?

In het licht van Desmets weigering om deel te nemen aan een academische conferentie waarvan maanden later bleek dat daar geuite kritiek cruciaal was in de beoordeling van de professor psychologie, klinkt dit vrij misplaatst. In het licht van Desmets verklaring, eveneens in De Morgen van begin februari 2022 dat de verdediging in de publieke ruimte zal gebeuren tijdens een interview met de populaire Britse komiek en afglijdende complotdenker Russell Brand, nóg misplaatster. Trouwens, met de verklaring van Desmet dat hij geen fouten kan corrigeren die niet bestaan, deed de prof zelf al het licht uit. Ik heb de indruk dat Gustaaf Cornelis, een man die ik voor en na zijn SKEPP-periode, dus nog steeds, e-no-rem apprecieer, hier een inschattingsfout maakte.

Ex-Ugenter en huidige SKEPP’er Brecht Decoene schreef over Desmets drang om zich via bevriende, populaire kanalen te uiten:

De schade die [Desmet] aanricht met het louter opzoeken van communicatiekanalen die hem naar de mond praten, is ook nefast. Dat ruikt naar ‘science by media’. Een academicus verdient zijn wetenschappelijke strepen niet door populair te zijn in de media. Zo werkt het niet.

Ook het Gentse studentenblad Schamper zag het enigszins anders:

Desmets boek werd niet stricto sensu ‘verboden’ […], maar geweerd uit het curriculum. Het boek is nog steeds te lenen in de universiteitsbibliotheken, en Desmet mag bepaalde hoofdstukken nog steeds gebruiken, zij het met enige correctie. Begrijp goed dat deze correcties gaan over feitelijke onjuistheden, iets waar een weldenkend mens moeilijk tegen kan zijn. Academische vrijheid is immers geen jokerkaart die een academicus zomaar tevoorschijn kan toveren ter rechtvaardiging voor het spuien van onzin, en hier, gevaarlijke complottheorieën.

Ondertussen toonde Desmet andermaal aan dat de al te optimistische hoop dat hij met peers zou discussiëren, niet veel met de realiteit te maken had. In plaats van het debat naar een academisch niveau te tillen, produceerde Desmet verschillende substackartikeltjes waarin hij zich schijnbaar verdedigde tegen kritiek op zijn ideeën. Over de aard van die kritiek bleef Desmet eerder vaag, zoals Peter Zegers opmerkte.

Zijn eerdere weigeringen om deel te nemen aan discussies tussen hemzelf, academische tegenstanders en studenten, of om in te gaan op kritiek verdedigde hij met de woorden: “Soms reageert men best met de stilte.” In dat andere substackartikel, waarin hij kritiek lachwekkend noemt maar het toch niet kan laten om die te vergelijken met pogingen om hem op de brandstapel te krijgen, schrijft de Boeddha van Meigem:

Ik heb rustig geluisterd naar iedere stem die zich geroepen voelde om zich te laten klinken. Ik heb de indruk dat iedereen voorlopig het zijne wat gezegd heeft. Nu ga ik zelf een woordje spreken.

Wat volgde, was een ronduit hysterisch betoog dat alvast mij deed snakken naar de periode waarin hij alleen maar “reageerde met de stilte”.

In Het Nieuwsblad slaagde hij erin om de heibel op de Ugent te vergelijken met een moord:

“Als de universiteit nu zegt dat ze haar vertrouwen behoudt in de criticasters van mijn boek, dan is dat voor mij hetzelfde als de onschuld van iemand staande houden, terwijl die met het bebloede mes van de moord in de hand staat.”

Van het rechts-conservatieve De Doorbraak kreeg hij plaats voor Mijn milde j’accuse, een stuk waarin hij de Amerikaanse komiek, radiomaker en later hypnotiseur als expert probeerde op te zetten tegen Dr. Elisabeth Faymonville, diensthoofd pijnbestrijding aan het Universitair Ziekenhuis van Luik die heel wat chirurgische ingrepen met hypnosedatie op haar naam heeft staan.

Maar meestal ging de verdediging van professor Desmet over de persoon Desmet, eerder dan over zijn theorieën. Die blééf hij afschermen tegen elke vorm van kritiek. In zijn substackartikel De Psychologie van Totalitarisme – Een boek om te verbranden? schoffeerde hij gewoonweg factcheckers allerhande met een ad hominem en een beroep op hun al dan niet vermeende jeugdigheid:

De veelal nauwelijks [aan] de schoolbanken ontgroeide factcheckers wisten niet hoe ze in godsnaam een factcheck moesten verzinnen omtrent mijn discours.

Mij lijkt dat een eerder tragikomische vorm van zelfoverschatting: zijn discours over Verlichting pijltje massavorming pijltje totalitarisme en over de onwaarheden die dat theoretische zootje bij elkaar moesten houden, is nu echt niet zó moeilijk is om volgen. Het is niet bepaald rocket science, beste professor.

Woorden als ‘offensief in de media’ en ‘excommunicatie’ waren niet uit de lucht. Desmet kon opnieuw rekenen op zijn netwerk van zijn geliefkoosde pod- en vodcasts waarin die en soortgelijke strijdwoorden -en frasen versterkt werden voor het gebruikelijke publiek van ontevredenen. De vrienden van vodcast De Nieuwe Wereld hadden het over een ‘boekverbod’. Een Gents-Nederlandse organisator van evenementen, bekend van zijn contacten met het Vlaamse Viruswaanzin en met David ‘reptielmens’ Icke, liet Desmet later opdraven in zijn show ‘Dag van het Verboden Woord’.

Met de nodige, overgedramatiseerde verbale stampij presenteerde de arme professor zich als een slachtoffer van de ergst denkbare onderdrukker. Desmet vroeg zich daarbij niet af of De Psychologie van Totalitarisme een boek is om al dan niet onder een te korte tafelpoot te plaatsen, wel of het een boek is om – enter drama – te verbranden. Geen idee hoe groot het ego nu precies moet zijn om dit gevalletje van academische kwaliteits- en integriteitscontrole te vergelijken met de grote boekverbrandingen van 10 mei 1933, georganiseerd door de nationaalsocialisten in heel Duitsland en waarbij alleen al in Berlijn zo’n 20.000 volumes de fik in gingen.

En da’s trouwens niet zozeer een flauw of een idioot argument, dan wel een enorm smerig. Eentje dat verschillende doelen diende: het jutte zijn achterban nog verder op en het beschuldigende woordgebruik van Desmet tegen zijn vermeende onderdrukkers zorgde ervoor dat de focus daarop kwam te liggen, en weer niet op de redenen waarom zijn boek nu onder vuur lag.

Ik laat Peter opnieuw aan het woord:

Peter Zegers: En dan is er nog de volstrekte onwil om terug te komen wat hij nou geschreven heeft. Hij schrijft ergens letterlijk: het is heel moeilijk om in mijn werk fouten te vinden.
Maar dat is helemaal niet zo moeilijk. We hebben er talloze ontdekt, maar hij weigert ze te erkennen. Hij weigert ook om ons van repliek te dienen. Hij schuift ons lachend terzijde met de opmerking “Jaah, SKEPP. Heuh, SKEPP”. Maar dat is een hautaine houding die gewoon niet eerlijk is. Je kunt het op zijn minst serieus nemen. Je kunt op zijn minst ingaan op wat we hebben geschreven. En niet alleen jezelf als slachtoffer neerzetten, van “oei oei oei, de skeptici die willen me op de brandstapel gooien.

We hebben het nooit over een brandstapel gehad. We hebben het eigenlijk gewoon – heel sec – we hebben gewoon besloten om het heel keurig te doen, heel netjes, met bronvermelding. Om eigenlijk heel simpel te kijken, oké, hij citeert dit, zegt hij.Dan gaan wij eens kijken wat daar staat. En oh, we kunnen het niet vinden. Hoe kan dat? Het is een professor! Aan de universiteit van Gent.

Een vriend van me zei: “Als ik als eerstejaars Geschiedenis dit had gedaan op de universiteit, ja, dan had ik een onvoldoende gekregen. Maar een professor aan de universiteit van Gent, die komt ermee weg. En dan worden wij, de critici, beschuldigd van, hoe noemt hij het, inquisitie, censuur. Nou ja, dat is natuurlijk wel de omgekeerde wereld. Ja, heksenjacht, precies. McCarthy, goelag, fascisten, holocaust, noem het allemaal maar op.

Samengevat: de barrage aan academische en skeptische kritiek leidde niet tot een tweede, herziene uitgave van zijn boek, wel tot geouwehoer en gelamenteer over boekverbrandingen, vervolgingen en censuur.

In de periode vóór de perikelen met zijn werkgever, de universiteit van Gent, was kritiek op zijn werk niet het enige waarop Desmet “reageerde met de stilte”. Desmet zweeg in alle talen wanneer Robert Malone eerder Desmets concept ‘massavorming’ of ‘mass formation’ zowaar even pimpte tot ‘mass formation psychosis‘. Malone is de man die claimde de enige uitvinder te zijn van de mRNA-technieken gebruikt bij verschillende COVID-19-vaccins. Later sprong hij op de kar van de antivaccinatie-activisten en bleek hij een belangrijke schakel te zijn tussen Desmet en de VS. Geef toe, die aanvulling psychosis geeft het begrip best extra vaart.

De Amerikaanse SkepChick Rebecca Watson nam in januari 2022 de term over in haar bespreking van Malone en schreef die toe aan Desmet:

“Mass formation psychosis” doesn’t seem to be a thing that existed prior to its coining by Mattias Desmet, a professor of clinical psychology at Belgium’s Ghent University and, from what I can tell, also a Grade A whackaloon also trying to weasel into the conspiracy theory pro-COVID circuit, as suggested by interviews he’s done with third tier dipshit YouTubers as late as last November continuing to argue that COVID-19 isn’t as dangerous as everyone seems to think. I’m honestly stunned that anyone is stupid enough to continue along that line

Desmet reageerde “met de stilte” wanneer dr. Jay Van Bavel, onder meer professor psychologie en neurowetenschappen aan de New York University, vanuit zijn expertise meewerkte aan een factcheck van persbureau AP, namelijk Ongegronde theorie gebruikt om de COVID-maatregelen af te wijzen. In die factcheck verklaarde Van Bavel dat er naar zijn weten geen enkel bewijs is voor het concept ‘mass formation psychosis’. Hij was het nog nooit tegengekomen in de gepeerreviewde literatuur.

Desmet reageerde “met de stilte” wanneer diezelfde Jay Van Bavel zijn Twitter-account tijdelijk moest sluiten omdat hij het slachtoffer was geworden van een gecoördineerde aanval op zijn persoon, vanwege extreemrechts, antivax en complotdenkend Twitter. En dat maakt van Desmets “stilte” niets minder dan opportunisme en lafheid.

I had to lock my Twitter account because I’m not the center of a misinformation effort from far-right, anti-vaxx, conspiracy theory Twitter.

Of Desmet hiervoor verantwoordelijk was? Nee, natúúrlijk niet.

Maar net omdat Desmet kritische, academische besprekingen van zijn theorie volledig uit de weg ging, net omdat hij elke vorm van correctie, verbetering, nuancering door collega’s en peers hautain en lachend afsloeg, net omdat hij eerder ieders expertise onderuit had gehaald, behalve – oh verrassing – de zijne, en net omdat hij opteerde voor een publieke uitrol van zijn ideeën, die zogenaamde ‘science by media’, net daarom zorgde Desmet mee voor een klimaat waarin experten op een gecoördineerde manier het zwijgen konden opgelegd worden door devote volgers, door een opgejutte meute.

En die opgejutte meute, da’s de groep die behoorde tot dat segment van de bevolking dat volgens Desmet niet door massavorming beroerd kon worden. Desmet onderscheidt namelijk drie groepen “die zich vormen als er een massa oprijst”:

de massa zelf, die echt meegaat in het verhaal en ‘gehypnotiseerd’ is (gewoonlijk ongeveer 30%); een groep die niet gehypnotiseerd is, maar ervoor kiest om niet tegen de massa in te gaan (meestal variërend van ongeveer 40 tot 60%); een groep die niet gehypnotiseerd is en wel actief verzet biedt tegen de massa (variërend van 10 tot 30%) (PvT, p. 189)

Uit welke duim Desmet die aantallen gezogen heeft, geen kat die het weet. In het boek verschijnt er deze keer zelfs geen voetnootje richting Heilige Gustave Le Bon.

Peter Zegers reageert er nuchter op:

Peter Zegers: Ik heb een stukje vertaald van Simonelli. Da’s een Luxemburgse, ik weet het niet, psychoanalyticus zelfs en die gaf ook aan: er zitten zoveel tegenstrijdigheden in het werk van Desmet. Hij beweert enerzijds dat iedereen gehypnotiseerd is, iedereen. Maar hoe komt dan dat hijzelf niet gehypnotiseerd is? Hoe heeft hij zich kunnen ontworstelen aan die massale hypnose waaraan iedereen schijnt te lijden, inclusief alle politici, alle wetenschappers, alle academici, op een klein aantal na? Eigenlijk is dat in zijn theorie onmogelijk.

En dat brengt ons terug bij de kritiek van Ghaemi: “Het gaat dus niet over welke vorm van geloof dan ook die iemand naar voren wil schuiven.” Iets zeggen maakt het niet waar. Gebakken lucht blijft gebakken lucht.

Peter verwijst naar de experimenten van Asch, die ik aangehaald heb in het tweede deel. Kort: één persoon in een groep wordt getest in welke mate hij zich bij een schijnbaar eenvoudige opdracht laat beïnvloeden door de andere groepsleden, die wel betrokken zijn bij het experiment en een fout antwoord geven.

Peter Zegers: Het was een heel beperkt experiment maar Desmet extrapoleert dat als een soort, bijna natuurkundige wet in de maatschappij. Dat er altíjd een groep zal zijn van een 30 procent die afwijkt van de heersende opvattingen. Dan is er een groep die heel fanatiek gelooft in die opvattingen en dat zijn altijd de best opgeleiden.

Dat is ook een element dat heel duidelijk is bij hem: onderwijs indoctrineert, onderwijs leidt eigenlijk af van de hoofdzaken. Eigenlijk zou je niet deel moeten nemen aan het hele onderwijsstelsel (waarin hij zelf in tegenspraak mee is, maar dat is niet de eerste en niet de laatste tegenspraak met zichzelf).

En dan is er nog een grote middengroep die niet weet of die geen positie wil innemen.

Als je dan kijkt wat Asch zélf zegt over zijn experiment, dan blijkt daar juist het tegendeel uit dan wat Desmet eraan toedicht.

Het zal je maar overkomen: academicus Desmet vindt het wetenschappelijk onderzoek belabberd. Maar als hij dan toch een onderzoek vindt dat hij kan gebruiken omdat het zijn theorieën schijnbaar ondersteunt, dan heeft hij problemen met de interpretatie van de resultaten. De resultaten van een onderzoek uit zijn eigen vakgebied, nota bene.

Eigenlijk speelt het ook geen rol hoe Desmet aan deze indeling en deze lachwekkende percentages gekomen is. Belangrijker is dat hij een beroep doet op de oudste truc in het boek van iedereen die aanstuurt op en wil profiteren van wij-zij-denken, waarbij ‘wij’ een kleine groep van dappere weerstanders is, waartoe hij zichzelf rekent, en ‘zij’ de vormloze slapende, of beter gehypnotiseerde massa. Desmet doet ook nog een beroep op de tweede oudste truc: onderwijs corrumpeert, onderwijs indoctrineert.

En deze twee trucs vormen de basis van zowat elke groep kennisrebellen die zich laat leiden door desinformatie en die ik de laatste jaren van dichtbij heb bekeken. Dezelfde ideeën maken dat platte-aarders zich zo speciaal voelen, of de fans van de extremistische manipulator Alex Jones, van de pseudoarcheoloog Von Däniken, of theosofen, antroposofen, creationisten, gelovigen in welke soort aantoonbare onzin dan ook, noem maar op. Het gaat deze groepen niet over feiten en waarheid, die zijn hen te relatief, maar over emoties en verkoopbaarheid, en dat laatste is bijna steeds lucratief. Dit wij-zij-denken en de idee dat onderwijs indoctrineert, dat zijn voor mij dan weer twee belangrijke redenen om hem niet te beschouwen als een integere academicus, maar als een – op zijn Rebecca Watsons – “a Grade A whackaloon”.

Desmet en de Tegenbeweging

Peter Zegers: (Zucht) Er is in zeer grote lijnen … tja, er is beïnvloeding, er is massabeïnvloeding. Maar bij Desmet kom ik nauwelijks iets tegen van de wetenschappelijke inzichten waarin ik mij verdiept hebt. Hoe zit dat dan met massapsychologie en zo? Desmet heeft er duidelijk geen kaas van gegeten. Eigenlijk is er niets in het hele werk van Desmet dat ik van belang acht, dat ik met interesse heb gelezen, laat ik het zo zeggen.

Dat was opnieuw Peter Zegers, met zijn antwoord op mijn vraag of hij zich ergens kan vinden in het werk van Desmet.

Desmets theorieën vonden snel hun weg naar de zogenaamde Tegenbeweging. Dat is de naam die het OCAD gegeven heeft aan “een diffuus netwerk van organisaties die betrokken zijn bij de protesten [tegen de COVID-maatregelen]”:

De organisaties vallen niet onder één noemer te vatten. Ze vallen hoe dan ook niet onder de klassieke ideologische stromingen die vanuit een veiligheidsperspectief – extremisme en terrorisme – worden opgevolgd. Het grootste deel ervan gaat over kritiek op de beleidsaanpak, die vanuit veiligheidsperspectief niet problematisch is. Het merendeel is zelfs specifiek opgericht na het begin van de COVID-19-crisis. […] Enkele bevinden zich echter wel in een grijze zone.

Aldus OCAD, het (Belgische) Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse. In Nederland heeft AVID, de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, het ondertussen al over anti-institutioneel extremisme.

AVID stelt dat “kritiek en tegenspraak noodzakelijk” zijn in een functionerende democratie. U voelt de maar aankomen.

De anti-institutioneel extremistische beweging richt zich op democratische gezagsdragers, waaronder politici en wetenschappers. Aanhangers van deze beweging schetsen een beeld (narratief) dat er in Nederland een ‘kwaadaardige elite’ aan de macht is die de bevolking wil onderdrukken, tot slaaf maken of zelfs vermoorden. Zij stellen dat deze elite de controle heeft over de overheid, grote bedrijven, de rechtspraak, de wetenschap en kranten en tv-zenders. En dat hiertegen verzet moet worden gepleegd. Het taalgebruik van de anti-institutioneel extremistische beweging kenmerkt zich door een diepe vijandigheid, fanatisme en gewelddadige fantasieën waarbij voor eigen rechter wordt gespeeld. Zo worden er bijvoorbeeld uitspraken gedaan over tribunalen en burgerarresten.

Delen van de Tegenbeweging kaartten in de beginfase misschien wel legitieme problemen en bezorgdheden aan, maar al snel maakten zich individuen los die de kans schoon zagen om zich te profileren als woordvoerders van schimmige groepjes met een als donatieknop vermomde website.

Vaak bedienden de woordvoerders van die tegenbeweging zich van mooie worden als ‘liefde en verbinding’ en overgoten ze zichzelf en hun websites met een spiritueel suikerlaagje. Onder dat zeemzoet glazuur tierde niet zelden een extreme haat tegenover alles wat zich aan de gepercipieerde linkerkant van het politieke spectrum bevond. Ze deden zichzelf vaak voor als selectief antivaccinatie-activist, maar waren in de praktijk vaker antivax tout court. Ze hadden vaak uitgesproken a- en antiwetenschappelijke ideeën. Complottheorieën waren eveneens nooit ver weg: op de sociale media waren het dikwijls samenzweringstheorieën die het volk naar de openbare en verborgen online groepjes lokten.

Die Tegenbeweging wist zich zeer snel geïnspireerd door netwerken van semiprofessionele antivaccinatie-activisten en georganiseerd extreemrechts. Kijk ik naar de mensen die zich kopstuk noemden of die de los-vaste leden ervan trachten te beïnvloeden, te informeren en te laten doneren via de sociale media, dan kom ik steevast uit bij libertair-, conservatief- en zelfs extreemrechts Vlaanderen. Eerst verborgen, later steeds openlijker.

OCAD stemt in:

Sociale media spelen een enorm belangrijke rol. Een deel van de mensen komen in een echokamer terecht en zo wordt hun visie bevestigd en versterkt. Desinformatie, fake news en samenzweringstheorieën gaan gretig rond in veel van deze groepen. Zo denken velen dat we door de maatregelen doelbewust zouden evolueren richting een autoritaire staat of dictatuur. Het spreekt voor zich dat dergelijke denkbeelden problematisch kunnen worden, aangezien ze het vertrouwen in de overheid, de media en de wetenschap uithollen.

Kijkt men louter naar de mediacarrière van Desmet, dan is daarin een evolutie te merken die in de richting gaat van wat OCAD beschrijft. Die media-rollercoaster begon met klassieke opiniestukken in de traditionele pers. Op het eerste zicht een legitieme uiting van legitieme bezorgdheden in tijden van corona. Maar aangezien Desmet een loopje met feiten nam, werden zijn artikelen al snel gevolgd door kritische factchecks, wat hem richting Tegenbeweging dreef.

Nu, een interview voor een magazine uit de Nederlandse beauty-sector uit oktober 2018, dus lang vóór de COVID-19-crisis, gaf al aan waar de prof zichzelf situeerde in de discussie over waarheid en wetenschap:

Wetenschappelijke publicaties bevatten geen absolute waarheid. Klinkt dat gek, voor mij als wetenschapper? Ze zijn onderhevig aan tal van factoren die zorgen dat we er niet blindelings op kunnen vertrouwen. Dat wordt steeds duidelijker. Informatie uit onderzoek is niet noodzakelijkerwijs beter dan de opinie die je krijgt van een ervaringskundige. […]

De wetenschappelijke wereld is in een aantal opzichten log, en staat vaak niet open voor wat niet binnen de gangbare theorieën past. Je verwacht dat wetenschappers out of the box kunnen denken en handelen, maar daar zijn gewone mensen soms veel beter in.

Desmets rit door het medialandschap kende een hoogtepunt bij extremistische complotbedenkers en notoire antivaccinatie-activisten aan weerskanten van de Atlantische Oceaan.

In de Lage Landen mocht Desmet meermaals zijn bedenkelijke ideeën over de COVID-19-crisis en zijn theorieën over massavorming hier en technologisch totalitarisme daar verspreiden op het Nederlandse YouTube-kanaal De Nieuwe Wereld. Verder maakte hij zijn opwachting in de shows van complotdenker Flavio Pasquino, media-entrepreneur Jorn Luka, die de gezondheidscrisis aangreep om zich een inkomen te verzekeren door allerhande bekende samenzweringsdenkers voor zijn micro te trekken.

Brecht Arnaert, een conservatief-katholieke, conservatief-rechtse en Vlaamsgezinde bedenker van complottheorieën, vaak over financiële onderwerpen en dus met antisemitische inslag, nam Desmet meermaals op de schoot voor zijn podcast. Bij PalNws, de organisatie achter het extreemrechtse krantje ‘t Pallieterke, mocht Desmet komen praten over “’de psychologie van het totalitarisme’, framing, corona en de linkse kerk”. PAL NWS, de nieuwe versie van SCEPTR, is een Vlaams-nationalistische rechts-conservatieve politieke nieuwswebsite die zich toelegt op ‘harde thema’s’ die volgens de redactie in de mainstreammedia verwaarloosd worden, aldus Wikipedia. Kortom, in Nederland en België ging Desmet in gesprek met iedereen die naar rechts neigde en thuis nog wel ergens een microfoon of twee had liggen.

Internationaal scheerde hij de hoogste top bij Alex Jones, de extremistische, veroordeelde complotzot en verkoper van twijfelachtige supplementen allerhande. In de schaduw daarvan stonden dan weer zijn interviews met Robert F. Kennedy Jr., één van de zogenaamde desinformation dozen, de 12 best gekende en invloedrijkste desinformanten als het op vaccinatie aankomt. Kennedy kreeg een blaam van het Auschwitz Museum omdat hij de Holocaust instrumentaliseerde in zijn antivaxstoespraken. Net zoals Del Bigtree trouwens. Bij deze invloedrijke antivaxer maakte Desmet ook zijn opwachting tijdens zijn boekentoer in de Verenigde Staten. De rechts-conservatieve haatprediker Tucker Carlson, zelfs voor Fox News te extreem, mag in dit lijstje niet ontbreken.

Verder werd Desmet een de schrijvers voor het Brownstone Institute, een organisatie van de rechts-libertaire publicist Jeffrey Tucker, die het instituut beschreef als het “spirituele kind van de Great Barrington Declaration”, die hij trouwens hielp met de opstart. Die Great Barrington Declaration was dan weer een pleidooi tegen de lockdowns, welke versie dan ook, en voor het verkrijgen groepsimmuniteit door het COVID-19-virus vrij te laten circuleren onder de jonge, gezonde bevolking. Hun voorstel was heel summier en dus vaag, al te vaag. De WHO, Wereldgezondheidsorganisatie, concludeerde het voorstel wetenschappelijk en ethisch problematisch.

Dr. David Gorski, chirurgisch oncoloog aan de Wayne State University en vaste schrijver voor de website Science Based Medicine beschreef in een lang maar lezenswaardig artikel hoe die spirituele spruit in de eerste plaatse een rechts-conservatief, rechts-libertair organisatie is en hoe het zich inkoopt in bepaalde Afrikaanse landen om daar antivax-propaganda aan de lopende meter te verspreiden.

Hoewel ik te snel ga over dit deel van zijn mediacarrière, is het patroon duidelijk: onze professor maatschappijkritiek maakte hoegenaamd geen tijd voor academici die zijn theorieën bekritiseerden, wel voor een waaier aan libertairen en rechts-conservatieven die zijn agenda wilden pushen via hun uitzendingen die populair zijn in allerhande nationale en internationale tegenbewegingetjes.

Peter Zegers vat zijn bijdrage aan het debat, het politieke debat, als volgt samen:

Peter Zegers: Anti-Verlichting, antiwetenschap, en ook een antidemocratisch denken: zo zie ik zijn positie in het politieke debat. Het is een contrarevolutionair die zich beroept op allerlei, ja, contrarevolutionaire bronnen, of althans op het gedachtegoed van degenen die tegen de Franse Revolutie waren, dus de reactionaire katholieken en die hen eigenlijk van een modern jasje voorziet. Zo zie ik Desmet, als een ultrakatholiek, die zich misschien vervreemd heeft van zijn katholieke wortels, maar nog wel het gedachtegoed uitdraagt.

Maar na die hoge vlucht zakte de Desmets avonturen in Medialand in elkaar. Hij bolde uit in allerhande praatjes onder meer voor het KVHV, een conservatief-katholieke en Vlaamsgezinde studentenbeweging die ook al de platvloersheid van dokter Jeff Hoeyberghs enthousiast ontving. Verder struinde Desmet wat spirituele beurzen en festivalletjes af waar zelfstandigen in bijberoep zich ongegeneerd uitleven als medium tussen het verheven universum van engelen, energielijnen en significante sterrenbeelden, en het ondermaanse, waarin de klant cash betaalt.

Nog één optreden van Desmet wil ik aan dit lijstje toevoegen: op 13 mei 2021 gaf hij een praatje naar aanleiding van het einde van de Vlaamse vzw Viruswaanzin. De bijeenkomst, die plaatsvond in een Gentse universiteitsaula en die moest doorgaan voor een academische zitting, werd georganiseerd door advocaat Michael Verstraeten. Hij vond al enige tijd dat de rol van de vzw uitgespeeld was en dat de tijd rijp was voor een nieuwe politiek partij: Vrijheid. Verstraeten wil met die partij “de waarden van de verlichting in eer herstellen”.

We zijn fier op de waarden van het humanisme en de verlichting die onze samenleving gebracht hebben tot waar we voor kort stonden. Het respect voor deze waarden moet ook veel beter worden bewaakt.

En hoe kan men dit beter uit de verf laten komen dan de man uit te nodigen die zijn handenvol minutes of fame te danken had aan het propageren van een licht hysterisch anti-Verlichtingsnarratief, van een discours over technocratisch totalitarisme dat het gevolg is van of zelfs gelijk is aan het Verlichtingsdenken dat Verstraeten net zo ophemelt.

Op zich is dit de Tegenbeweging in actie: zeer verschillende mensen met zeer uiteenlopende gedachten die naast elkaar praten en die alleen lijken te horen wat zij zelf van de eigen toren blazen. Wat de advocaat en de professor gemeen hebben, behalve dat ze topposities bezetten in de maatschappij die ze aanklagen: het geroep en het getoeter dat zij dé verklaring en dé oplossing hebben voor de malaise waarin we gesukkeld zijn. Wat ze niet gemeen hebben, horen ze niet en negeren ze. We hebben hier niet één Baron von Münchhausen die zichzelf uit zijn moerassige denkwereld trekt, maar twee, die elkaar uit de zompigheid van de eigen, particuliere waangedachten takelen.

Angst als hefboom, angst als verdienmodel

Net zoals de teksten boven of onder de donatieknoppen op de websites van heel wat groepjes uit de Tegenbeweging, draaide het narratief van Desmet om angst. Hij wil zijn publiek in de eerste plaats angst voor een nakend totalitarisme aanpraten. In wezen had niets te maken met de totalitaire regimes in nazi-Duitsland of in de Stalinistische Sovjet-Unie. Maar hij vergeleek het er wel graag mee. Voor het dramatische effect.

In een interview met de Pandemic Podcast legde Desmet uit wat hij met het angstzaaien probeert te bereiken. Omdat ik u niet wil dwingen om te luisteren naar de uitleg van Desmet in het Engels, denk ik, gebruik ik hier de parafrase die Eva Vanhoorne schreef voor haar artikel voor liberales.be.

Je kan het vergelijken met stukjes metaal. Om mensen wakker te schudden moet je metaal eerst verhitten door de angst op te drijven. Hiervoor kan je mensen een alternatief object van angst bieden, zoals het risico op een totalitaire staat. En wanneer je dan een alternatief narratief aanbiedt dat nog meer angst inboezemt dan het dominant narratief, dan kan je die 2 stukjes metaal tegen elkaar brengen en laat je ze samensmelten.

Dat werkt bij mij ook zeer goed. Bij interviews van mij die veel bekeken werden, hebben we dat eens gevraagd aan kijkers: ‘Wat was het juist in deze interviews dat je zo deed wakker schudden’. En wat ze zeiden was: ‘Wel, we werden heel erg bang. Heel erg bang van wat je ons zei over de gevaren van het risico op totalitarisme’. En ook propagandafilms van politieke partijen waar ik aan meewerkte waren soms zeer succesvol juist omdat we eerst angstwekkende beelden van totalitaire regimes lieten zien.’

U kan het bewuste deel terugvinden in de video van dat interview (vanaf 52.40).

De Standaard nam contact op met Desmet:

In een telefonische reactie bevestigt Desmet dat hij één buitenlandse politieke partij adviseerde. “Een nieuwe coronakritische partij die je niet op de traditionele links-rechts-as kunt situeren. Helaas mag ik niet zeggen welke.”

En daarmee was voor de pers de kous af.

De goede mensen van Tegewindmolen vatte het als volgt samen:

Opnieuw is het voor ons onduidelijk hoe dergelijke technieken of interventies zouden helpen tegen de opkomst van een totalitaire staat waar professor Desmet zo bezorgd voor lijkt te zijn. Het lijkt er zelfs eerder op dat hij er zelf zijn hand niet voor omdraait om manipulatieve technieken te gebruiken om mensen voor zijn eigen verhaal te winnen. En bewerkstelligt hij op die manier niet net waar hij voor waarschuwt? Draagt hij op die manier niet eerder bij tot het vrijmaken van de weg richting totalitaire staat? Professor Maarten Boudry verweet professor Desmet in een eerdere blogpost al een knoert van een projectie, wij doen bij deze, met veel plezier, hetzelfde.

‘Natuurlijk is het niet ethisch om overdreven angst aan te jagen. Maar het is wel ethisch om mensen op een reëel gevaar te wijzen’, probeerde Desmet zijn angstzaaierij in De Standaard te vergoelijken.

Ik heb geen idee of fear ‘a man’s best friend’ is, zoals John Cale ooit zong. Ik denk niet dat angst de beste vriend is van onze rechts-conservatieve professor Cultuur- en maatschappijkritiek. Hij schrijft over angst in de maatschappij, dicht het toe aan het Verlichtingsdenken, aan massavorming, aan totalitarisme. Maar tegelijkertijd gebruikt hij het in dienst van een politieke partij waarvan hij de naam angstvallig verzwijgt.

Ik ben er ondertussen zeker van dat ethiek en eerlijkheid ook niet tot zijn intieme vriendenkring behoren. Net zo zeker als ik ben van het feit dat angst een succesvol product is en dat ordinaire handelaars in angst erin grossieren. Angst zaait verdeeldheid. Wakkert men die angst aan, dan blijkt de oogst toch de moeite voor de kleine zelfstandige in bijberoep, steeds weer opnieuw.

Bedankt voor het luisteren.

Ik heb een lijst met boeken, artikelen en een selectie aan pod- en vodcasts ondergebracht in een apart blogartikel: Leeslijst bij de podcastreeks over Mattias Desmet. De link vindt u op luminati.be.

Deze reeks van drie afleveringen had ik nooit kunnen maken zonder de hulp van Eva Vanhoorne, Pepijn van Erp en Peter Zegers. Ik wil hen van harte bedanken voor de tijd die ze hebben vrijgemaakt voor de interviews en voor het vele denk- en schrijfwerk, waarvan ik ook dankbaar gebruik heb gemaakt.

Mijn naam is Frank. Schijnwetenschap en complottheorieën: dat zijn mijn onderwerpen. En die benader ik kritisch. Zo beeld ik mij toch in.

Voor zover ik weet, is er geen enkele organisatie, vzw, broederschap, groot-loge, religieuze orde, geheime dienst, nest reptielmensen of wat dan ook, die wil dat ik in hun naam schrijf of praat.

Ik ben er zeker van dat mijn uitleg voor verbetering vatbaar is en ik sta dan ook open voor correcties en aanvullingen. U weet mij te vinden.

Shares
Frank Verhoft Geschreven door:

Verhalen over oude en nieuwe complotverhalen, pseudowetenschap en desinformatie. Volg me op Mastodon.