Podcast: Homeopathie, 2

transcript, leeslijst

Transcript

Welkom bij luminati.be. Mijn naam is Frank. Ik schrijf en vertel graag verhalen over complottheorieën, schijnwetenschap en desinformatie.

In deel één van deze reeks besprak ik de zelfopgelegde ideologische beperkingen die in de homeopathische sector aanvaard worden als een dogma. Aan de hand van het meest succesvolle homeopathisch product ooit, vertelde ik over een manier van produceren die in de sector gangbaar is.

In dit tweede deel over homeopathie kijk ik naar de reacties en onderzoeken vanuit wetenschappelijke en filosofisch-ethische hoek.

De werking van homeopathie

De eerste vraag in deze aflevering, is of homeopathie wetenschappelijk onderbouwd kan worden. Hoe legt de sector uit dat een homeopathisch geneesmiddel als Oscillococcinum, dat amper of geen moleculen actief bestanddeel bevat, werkt en effectief is? Anders gezegd: wat met het fundamenteel onderzoek naar het werkingsmechanisme van homeopathie, en vooral, wat met het onderzoek naar klinische effectiviteit?

Wat het werkingsprincipe betreft, valt op dat de sector daar nog niet veel aan dood heeft gedaan. Producent van homeopathische middelen Boiron stelt op de website:

Wat we zeker weten, is dat homeopathische geneesmiddelen unieke fysisch-chemische eigenschappen hebben. En hun biologische werking werd al aangetoond, zowel in cellulaire modellen als in planten- en dierenmodellen. Fundamenteel onderzoek kan dit nu aan het licht brengen en bewijzen.

Maar Boiron legt niet uit wat die fysisch-chemische eigenschappen precies zijn en hoe ze dat te weten zijn gekomen. Ze geven geen spat uitleg. En dat is weinig.

Er doen trouwens verschillende speculaties de ronde over de vermeende werking van homeopathie, maar geen enkele daarvan is wetenschappelijk onderbouwd.

Even was de theorie van de Franse onderzoeker en dokter-immunoloog Jacques Benveniste populair: hij beweerde eind jaren 1980 dat water een geheugen heeft, dat water het vermogen heeft om een herinnering vast te houden van stoffen die er eerder in waren opgelost. Hij schreef een artikel en stuurde het naar het tijdschrift Nature. Zijn artikel zou onder één voorwaarde gepubliceerd worden: onderzoekers van het tijdschrift zouden het labo van Benveniste bezoeken en de zaak daar uitklaren. In 1988 verscheen het artikel van Benveniste en anderen in Nature, volume 333.

In deel 334 verscheen het artikel met bevindingen van het bezoek, ‘High dilution’ experiments a delusion. Zoals de titel al enigszins weggeeft, maakt het brandhout maakte van Benvenistes hypothese. Zo konden de bevindingen van Benveniste en zijn team niet geredupliceerd worden, was de sfeer in het labo vijandig tegenover een objectieve evaluatie van de uitzonderlijke data en werden er geen pogingen ondernomen om systematische fouten te vermijden, zoals de observer bias, vooringenomenheid van de waarnemer. The Lancet, dat andere wetenschappelijke blad, zou het 16 jaar later een van de bekendste wetenschappelijke schandalen in moderne tijden noemen.

Een opmerking in de marge: het geheugen van water kan niet uitleggen hoe homeopathie werkt, aangezien het niet uitlegt met homeopathische verdunningen met behulp van alcohol.

Ik citeer een vrij willekeurige website over homeopathie zoals er dertien in een dozijn zijn:

Doordat een homeopathisch middel, in de vorm van een korrel of druppel, het water raakt, vloeit de energetische waarde van de korrel over in het water. Het water zal vrijwel meteen veranderen in de structuur die de korrel ook in zich had. De energetische boodschap is overgedragen of in een flesje of in ons lichaam. Zodra de korrel of druppel ons slijmvlies in onze mond raakt wordt de energetische waarde wederom overgedragen en kan het proces van heling beginnen doordat de structuur van het water in ons lichaam wordt veranderd. Er is dus wel degelijk iets te zeggen over de werking van klassieke Homeopathie.

En dat is een wel heel optimistische conclusie. Dit citaat, deze woordsalade, verklaart net niets. Er worden hier meer vragen opgeroepen dan beantwoord.

Het is heel opvallend dat er trends te ontwaren zijn in de verklaringen van homeopaten. Zo zijn er heel wat van overtuigd dat er in de kwantummechanica genoeg aanwijzingen te vinden zijn die de beginselen van de homeopathie ondersteunen.

Een van de bekendere in België is Anne Vervarcke, ooit oprichtster van het Centrum voor Klassieke Homeopathie, momenteel homeopathisch therapeute te Gent. Zij was mee betrokken in het relletje rond nascholingen over homeopathie voor studenten verloskunde aan de Thomas More Hogeschool in 2017.

Net zoals andere homeopaten goochelt zij graag maar tevergeefs met abstracte begrippen uit de natuurkunde om de werking van zeer verdunde middelen te verklaren: kwantumverstrengeling, kwantum non-lokaliteit, de relativiteitstheorie. Duidelijkheid verschaft deze vorm van kwamtummysticisme niet. Laat het verder geen verrassing zijn, maar haar cv vermeldt geen geneeskundige of natuurkundige opleiding.

Toen de zogenaamde energetische geneeskunde populair begon te worden, kon homeopathie plots aan de hand daarvan verklaard. Helaas is energetische geneeskunde even speculatief en onbewezen als homeopathie. Je kan aan de ene onbewezen pseudowetenschap geen wetenschappelijk cachet geven door een beroep te doen op een andere pseudowetenschap.

Met de opkomst van nanogeneeskunde was homeopathie daar al die tijd een vorm van, aldus een van de internationaal bekendste promotoren Dana Ullman, eveneens een grote naam in de wereld van de homeopathie, eveneens iemand zonder een medische opleiding.

De water-met-geheugentheorie werd eind jaren negentig opnieuw opgerakeld door de Japanse dokter Masaru Emoto. Voor alle duidelijkheid: Emoto was een zakenman die in 1992 Doctor of Alternative Medicine werd aan de Open International University for Alternative Medicine in India, een diplomafabriekje dat zich richtte op kwakzalvers en dat later gesloten werd.

Een van de vele mensen die de optimistische conclusies van homeopaten niet deelt, is Norbert Fraeyman, auteur van Kritische reflecties over alternatieve geneeswijzen uit 2010. Ik citeer:

Tot op heden is er geen enkel experiment volgens de klassieke wetenschappelijke methode, zowel in de fysica als in de chemie, dat toelaat te besluiten dat dit mogelijk is. Meer nog, complexe stoffen met meervoudige atomaire verbindingen, zowel elektrostatisch als covalent, zijn niet te doorbreken of te vervormen door de stof te schudden. Hiervoor zijn grotere krachten nodig. Bovendien verdwijnt de farmacologische activiteit van een stof zeer vaak (bijna altijd) als de oorspronkelijke structuur van de stof verloren gaat.

De volledige referentie vindt u zoals steeds op luminati.be.

Samengevat: ondanks de mooie, soms ronduit indrukwekkende woorden van Boiron en andere verkopers van homeopathie, is er nog steeds geen algemeen geaccepteerde verklaring voor de vermeende werking van homeopathisch producten en zeker niet voor die met een verdunning van 13C of 13K en meer.

Op de website homeopathie.nl vat men het als volgt samen:

Het definitieve bewijs voor werking van homeopathie is weliswaar wetenschappelijk wel geleverd, echter dit bewijs wordt door de reguliere geneeskunde niet geaccepteerd.

Op dit moment kan ik niet anders dan dit allemaal vergelijken met platte-aarders die beweren dat het definitieve bewijs voor de platte vorm van de aarde weliswaar wetenschappelijk bewezen is, maar dat dit bewijs door de reguliere geowetenschappen niet wordt geaccepteerd. Er is wel een verschil: platte-aarders schenden minder natuurwetten dan homeopaten.

De effectiviteit van homeopathie

Belangrijker dan al die theoretische beschouwingen is de vraag of homeopathische producten patiënten verder helpen! Op zich speelt het voor een zieke geen rol hoe een geneesmiddel werkt, als het maar werkt.

Men hoeft niet al te lang rond te kijken om te beseffen dat men zich met elke uitspraak over de effectiviteit van homeopathie in het midden van een mijnenveld plaatst. Het valt ook meteen op dat er aan de kant van de homeopaten geen plaats is voor twijfel, hoe klein ook.

“Er zijn meerdere wetenschappelijke onderzoeken die aantonen dat homeopathie werkzaam is bij diverse kwalen en aandoeningen”, lees ik op de website van de Nederlandse Vereniging Homeopathie. “De kracht van het bewijs (‘bewijsniveau’) kan per onderzoek verschillen”, vervolgen ze.

Een soortgelijke uitspraak wordt op zo ongeveer elke website die homeopathische middelen aanprijst en dus verkoopt, aangehaald. Ik ga die stelling hier afwegen tegenover drie aspecten van het moderne, medische onderzoek. Ten eerste, de registratie van onderzoeken; ten tweede, systematische literatuuronderzoeken in verband met de effectiviteit van homeopathische middelen en tot slot een woordje over interventiestudies.

Registratie

De World Medical Association is nauw verbonden aan de Wereldgezondheidsorganisatie en beschouwt de registratie van alle interventiestudies als een wetenschappelijke, ethische en morele verplichting. De registraties worden bewaard in een databank die open staat voor het publiek. Uit hun waslijst met argumenten selecteer ik er twee.

Eén, het is moeilijk om geïnformeerde beslissingen te maken, wanneer de deur wagenwijd blijft openstaan voor publicatiebias. Met andere woorden: wanneer men de positieve resultaten wel publiceert, maar negatieve of onduidelijke resultaten onder het tapijt schoffelt, ontstaat er een vertekend beeld. Twee, een open databank met registraties kan leiden naar een kwaliteitsverbetering van klinische onderzoeken.

Gerald Gartlehner en anderen bekeken de registratie van onderzoeken naar homeopathische producten, de verhouding tussen het aantal onderzoeken die geregistreerd, uitgevoerd en uiteindelijk gepubliceerd worden. Hun artikel werd in 2022 gepubliceerd in BMJ Evidence-Based Medicine. Ook nu weer vindt u de referentie op luminati.be.

De auteurs telden het aantal registraties van klinische onderzoeken naar homeopathische middelen op drie grote, internationale platformen. In zo’n registratie kan men onder meer publiceren wat het doel is van het onderzoek, welke interventies ze willen testen en welk soort resultaten ze willen meten. Vervolgens keken ze naar de eigenlijke output, het aantal publicaties, dus.

Doel was bepalen hoeveel op voorhand geregistreerde en niet-geregistreerde trials uiteindelijk al dan niet gepubliceerd werden. Ze probeerden ook de impact in te schatten van niet-geregistreerde studies op meta-analyses.

Enkele cijfers: sinds 2002 werd zo’n 38 % van de geregistreerde homeopathie-onderzoeken niet gepubliceerd. 53 % van de gerandomiseerde onderzoeken met controlegroep werden niet op voorhand geregistreerd. Kijkt men naar de effectief geregistreerde onderzoeken naar homeopathische producten, dan werden in 25 % van de gevallen de primaire doelen van de studies, van wat men eigenlijk wilde onderzoeken, veranderd in de loop van het onderzoek.

De Duits-Britse dokter en professor Edzard Ernst vat het samen op zijn manier en toegegeven, die is niet altijd even subtiel: “Het bewijsmateriaal voor homeopathie is rot tot op het bot”.

Ernst is trouwens een interessante figuur in de discussie over homeopathie. Tijdens zijn doktersopleiding in Duitsland leerde hij onder meer acupunctuur, kruidengeneeskunde, homeopathie, massagetherapie en manuele therapie. Hij was de eerste professor Complementaire Geneeskunde in Groot-Brittannië. Daar begon hij echter alternatieve geneeswijzen met behulp van de wetenschappelijke methode te onderzoeken en hij toonde daarbij herhaaldelijk aan dat de door hem onderzochte alternatieve therapieën niet werkten. Samen met Simon Singh schreef hij onder meer het boek Bekocht of behandeld? dat vernietigend was voor de onderzochte alternatieve geneeswijzen, waaronder homeopathie.

Systematische literatuuronderzoeken

Ik ga verder met Gezondheid en Wetenschap en het artikel “Wat weten we over homeopathie?”. De artsen die deze website onderhouden, keken in eerste instantie naar systematische literatuuronderzoeken in verband met de effectiviteit van homeopathische middelen. Een systematische literatuurstudie zoekt zoveel mogelijk degelijke studies op over een bepaald onderwerp en trekt dan een besluit. Ik citeer:

We vonden in totaal 21 systematische literatuurstudies. Geen enkele literatuurstudie kon een effect van homeopathie aantonen in vergelijking met een nepmiddel (placebo). Er waren dus geen verschillen tussen een homeopathische behandeling en een nepmiddel.

Resultaat: 0 op 21. We zijn kleine aantallen in de context van homeopathie ondertussen gewoon, maar nul, da’s wel héél weinig. De conclusies luiden “onvoldoende wetenschappelijk bewijsmateriaal”, “geen verschil tussen homeopathie en nepmiddel”. Bedoeld wordt een placebo-middel. En verder: “de kwaliteit van het bewijsmateriaal is laag, geen conclusie”.

Interventiestudies

De dokters van Gezondheid en wetenschap keek ook naar interventiestudies. Dat zijn studies waarbij een deel van de deelnemers een (genees)middel of een behandeling krijgt. Men onderzoekt en vergelijkt de resultaten dan met een groep die het middel of de behandeling niet krijgt.

Opnieuw een citaat:

In veel gevallen waren er te weinig interventiestudies om te oordelen. Dat betekent dat verschillende middelen in de praktijk gebruikt worden zonder wetenschappelijke ondersteuning.

Mijn conclusie: na 200 jaar homeopathie heeft de sector mijn inziens meer nood aan onderzoekers dan aan de grootspraak van woordkunstenaars die het hebben over ‘het geheugen van water’, ‘de energetische waarde’ van een homeopathisch product en onbewezen kwantummystieke woordsalades omtrent de vermeende werking ervan.

Veel bla bla, voorlopig weinig boemboem. Uiteraard is dat eigen aan dit soort kwakzalverij: zolang die opbrengt, kunnen duidelijkheid en klaarheid het verdienmodel alleen maar onderuithalen.

Ethische overwegingen

Gezien deze magere resultaten op het gebied van registraties van studies, literatuurstudies en interventiestudies, kan de vraag hoe ethisch het toedienen van homeopathie is, niet uitblijven.

In deze discussie valt vooral de stem van de milde apologeten op, van de handelaren in twijfel die homeopathie eerder controversieel noemen dan onethisch. Zij voeren onder meer aan dat de resultaten van klinische tests in het voordeel of het nadeel van homeopathie kunnen vallen, afhankelijk van hoe men de resultaten masseert. En dat is een wel heel ruimhartige interpretatie van de bevindingen van systematische literatuuronderzoeken en interventiestudies zoals eerder besproken.

Anderen vinden dat de “morele status” van homeopaten verkeerd wordt opgevat, dat het ontbreken van bewijs dat homeopathie werkt, niet bewijst dat homeopathie waardeloos is. Tegelijkertijd roepen ze op om de vrijheid van therapie te garanderen, en dus ook voor homeopathie, een zogeheten therapie waarvan de effectiviteit na 200 jaar nog steeds niet bewezen is.

Aan de andere kant van het spectrum bevinden zich dokters en ethici die sterk gekant zijn tegen homeopathie. Een belangrijk verkoopargument voor homeopathische producten is dat ze op zich geen schade toebrengen. De reden hiervoor, namelijk het ontbreken van een actief bestanddeel, wordt verzwegen of gemystificeerd. De schade die berokkend wordt door het niet toedienen van medische behandelingen die wél op bewijzen zijn gebaseerd, is potentieel groot. De WHO waarschuwt trouwens voor homeopathische behandelingen voor tuberculose, malaria en HIV.

Een tweede argument is dat we als gemeenschap elke euro voor de gezondheidszorg maar één keer kunnen uitgeven. We doen dat dus beter niet aan producten die niet beter werken dan een placebo. Zeker niet wanneer daarna overgeschakeld moet worden aan reguliere medicijnen. Da’s een van de redenen, trouwens, waarom de Britse Nationale Gezondheidsdienst, de NHS, in 2018 besliste om geen homeopathie meer te verstrekken.

Dit probleem wordt nog acuter als men kijkt naar een organisatie als Homeopaten zonder Grenzen, die zichzelf uitzendt naar rampgebieden en daar tijd en financiële middelen opslorpt om onbewezen therapieën aan slachtoffers aan te bieden. Financiële ondersteuning voor zowel homeopathie als voor conventionele geneeskunde creëert ook dubbele standaarden. Iets wat ook de Vlaamse ziekenfondsen, behalve dan de Christelijke Mutualiteit, in stand houden

Ten derde is het moreel weinig hoogstaand om een patiënt te overtuigen, sommigen noemen het bedriegen, een middel in te nemen dat niet beter werkt dan een placebo-middel.

Tot slot mag opgemerkt worden dat de nadruk op homeopathie en de financiële steun die homeopathische behandelingen krijgen, afbreuk doet aan complementaire therapieën die effectiever zijn dan homeopathie. Homeopathie moet niet alleen onderdoen voor conventionele geneeskunde. Het is ook nog eens inferieur aan andere complementaire behandelingen.

Homeopathie voor altijd?

Wat met homeopathie in de toekomst? In 2020 verschenen er berichten dat de populariteit van homeopathie afneemt en dat het definitief op z’n retour lijkt. Ik citeer het magazine De Specialist van augustus 2020:

Een (recent) rapport van Sciensano, dat volgt uit de Gezondheids­enquête van 2018, toont aan dat de voorbije twintig jaar een bezoek aan de homeopaat alsmaar minder populair is geworden. Waar in 2001 nog 5,9 procent van de Belgen de voorgaande twaalf maanden een homeopaat had geraadpleegd, was dat in 2018 nog 1,7 procent. In Vlaanderen ligt dat percentage nu op 1,5 procent, in Wallonië op 1,8 procent en in Brussel op 2,3 procent. Homeopathie is en blijft vooral populair bij hoogopgeleiden en bij de vrouwelijke bevolking.

Ondanks de achteruitgang, blijft een deel van de bevolking een beroep doen op homeopaten. Er zijn verschillende plausibele redenen voor.

De ongenadige homeopathiecriticus Edzard Ernst vergeet niet voor eigen deur te vegen:

De reguliere gezondheidszorg is ook behoorlijk slecht. Artsen ontbreekt het aan inlevingsvermogen en tijd. Er is bewijs zat dat mensen alternatieve geneeskunst gebruiken en daarbij geen effectiviteit verwachten. Ze verwachten louter een therapeutische relatie. Ze krijgen die niet van hun reguliere arts, dus zoeken ze elders.

Een soortgelijke opvatting vinden we bij Ruben Mersch:

Ga je naar een reguliere arts dan voel je je maar al te vaak behandeld als een zak organen. Een homeopaat (…) luistert geduldig naar je hele levensverhaal. En dat werkt. Als je arts zich empathisch opstelt, genees je sneller. En ja, die laatste bewering is, in tegenstelling tot verdunde muskuseend, wel degelijk evidencebased.

Een andere factor is onwetendheid, zoals ik aangaf in het begin van deze reeks. Voor heel wat mensen is een homeopathisch product bijna elk, al dan niet zogeheten natuurlijk, niet-chemisch geneesmiddel, of wat daarvoor moet doorgaan. Verder ook nog een afkeer van Big Pharma. Homeopathie is een onschuldig alternatief voor de chemische brol van de farmaceutische industrie. En schaadt het niet, dan baadt het niet, zo wordt gezegd.

Dokter Hilde De Smet, promotor van homeopathie, dikt die afkeer aan met de hulp van complottheorieën. Zij stelt dat de zogenaamde petrochemische geneeskunde al een honderd jaar lang inhakt op de traditionele natuurgeneeskunde, waarvan homeopathie een onderdeel is. De Smet is daarnaast ook een notoire antivaccinatie-activist en een van de kopstukken van het rechts-libertaire collectief Viruswaanzin, of beter, van de radicale, zogezegd ‘medische’ tak genaamd ‘Artsen voor Vrijheid’ die verder ook gespecialiseerd in medische desinformatie en antivaccinatie-activisme.

De meeste homeopaten in België hebben er een loodzware artsenopleiding op zitten en zijn daardoor vertrouwensfiguren. Wat de dokter voorschrijft of aanraadt, boezemt vertrouwen in. Het homeopathisch product moet dan ook nog eens aangekocht worden in dat andere bastion van vertrouwen, de apotheek. En dat versterkt alleen maar het gevoel van legitimatie. Daarnaast kan de verwachting dat iets werkt tot 40 % uitmaken van het positieve effect, aldus ook dokter Marleen Finoulst. Allemaal onderdelen van het complexe placebo-effect.

De sector laat zich ook niet onbetuigd en probeert in te spelen op zeer actuele thema’s. Enerzijds bespeelt men de bevolkingsgroepen die uiterst belangrijke groene thema’s op een weinig wetenschappelijke manier benaderen. Verkopers van homeopathie vertellen tegenwoordig graag dat het niet-toxisch, niet-vervuilend, hernieuwbaar en duurzaam is. Het mag dan ook geen verrassing zijn dat de Vlaamse groene partij Agalev, nu Groen, felle voorstander is van zogenaamde natuurlijke, alternatieve geneeswijzen. In 2011 ging toenmalig gemeenschapssenator, oud-voorzitster van Agalev en ooit Vlaams minister van Gezondheid Mieke Vogels zwaar in de clinch in verband met de rapporten van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg over de alternatieve geneeswijzen.

Verder speelt de homeopathische sector in op de uiterst populaire wensdromen van ‘holistische’ en ‘natuurlijke’ genezingen waarbij de hele persoon in rekening wordt gebracht en waarbij wordt verteld dat vooral het eigen lichaam de ziekte verdrijft, weliswaar met een klein djoefke van het homeopathische middel.

Komt daarbij dat “de wetenschap” ook niet alles weet, dat de moderne, reguliere geneeskunde nu ook niet altijd een baken is van wetenschappelijke rigueur, dat dokters er meer dan een keer naast zitten, geen oplossingen kunnen bieden.

Dubbele standaarden

In 2019 pakte Test-Aankoop zwaar uit met hun kritiek op homeopathische producten die verhandeld worden als geneesmiddelen. Dat wil zeggen dat er in heel wat gevallen geen wetenschappelijke ondersteuning is voor middelen die aangeraden en ingenomen worden. Ik citeer woordvoerder Simon November:

De eisen qua werkzaamheid, veiligheid en kwaliteit om op de markt te komen en de naam ‘geneesmiddel’ te mogen dragen, zijn helaas niet voor alle producten hetzelfde. (…) Homeopathische middelen moeten een beetje literatuur aanbrengen en nauwelijks de werkzaamheid bewijzen. Dat terwijl klassieke geneesmiddelen een heel proces moeten doorlopen met testpanels en studies. Dat verschil kan voor ons absoluut niet.

Laat ons daarbij niet vergeten dat zowel klassieke geneesmiddelen als homeopathische producten op schijnbaar dezelfde voet verkocht worden in de meeste apotheken. En dat is in strijd met de deontologische code van de apothekers, zo oordelen heel wat critici.

Veel manieren om die dubbele standaarden weg te werken zijn er mijn inziens niet. Ik denk niet dat we het ons kunnen veroorloven dat de farmaceutische bedrijven dezelfde, zogenaamde normen gaan hanteren als de producenten van homeopathische middelen.

Veel wil om de eigen, vage en onbestemde normen op te krikken zie ik ook niet. De homeopathische industrie, die een omzet van 1,5 miljard euro draait, heeft er op dit moment geen belang bij om peperdure onderzoeken op te starten die ten koste gaan van wat blijkbaar nog belangrijker is dan de gezondheid van hun consumenten, namelijk de inkomsten van Big Homeopathy.

Dank voor het luisteren.

Mijn naam is Frank. Pseudowetenschap en complottheorieën: dat zijn mijn onderwerpen. En die benader ik skeptisch en rationeel. Zo beeld ik mij toch in.

Voor zover ik weet, is er geen enkele organisatie, vzw, broederschap, groot-loge, religieuze orde, geheime dienst, nest reptielmensen of wat dan ook, die wil dat ik in hun naam schrijf of praat.

Ik ben er zeker van dat mijn uitleg voor verbetering vatbaar is en ik sta dan ook open voor correcties en aanvullingen. U weet mij te vinden.

Verder lezen

Filip Van BEURDEN: 200 jaar homeopathie. Een onverdund kritische bespreking, 2018.
Oerdegelijk overzicht van de geschiedenis van de homeopathie. Dit boek verscheen in de reeks ‘De Skeptische Kijk’, een samenwerking tussen uitgeverij ASP en SKEPP, de Belgische Studiekring voor de Kritische Evaluatie van Pseudowetenschap en het Paranormale.

Dirk DEVROEY: Waar liggen de grenzen van therapeutische vrijheid? In Knack, 9 september 2022.
SKEPP-dokter Dirk Devroey over de therapeutische vrijheid en homeopathie.

Edzard ERNST & Simon Singh: Trick or Treatment? Alternative Medicine on Trial, 2008.
In het Nederlands vertaald als Bekocht of behandeld? De feiten over alternatieve geneeswijzen. Het doel `van de auteurs is het onthullen van de waarheid over drankjes, zalfjes, pillen, naalden, kloppen en het werken met energieën.

Norbert FRAEYMAN: Kritische reflecties over alternatieve geneeswijzen, 2010.
De titel zegt het. In 13 jaar tijd is het boek alles behalve verouderd

John MADDOX, James RANDI, Walter W. STEWART: “‘High-dilution’ experiments a delusion”. In Nature, 334(6180), 287–290.
Het befaamde artikel dat komaf maakt met de praktijken van Benveniste en zijn ideeën over het vermeende geheugen van water. Althans wetenschappelijk gezien. Het geloof onder homeopaten en hun apologeten is nog steeds groot.

David M. SHAW: Homeopathy is where the harm is: five unethical effects of funding unscientific ‘remedies’. In BMJ – Journal of Medical Ethics, 2009.
Aardige ethisch afweging van homeopathie op basis van feiten.

John WORALL: The Ethical Homeopathic Placebo?
Wetenschappelijke en ethische verkenning van de status van homeopathie.

Shares
Frank Verhoft Geschreven door:

Verhalen over oude en nieuwe complotverhalen, pseudowetenschap en desinformatie. Volg me op Mastodon.