Podcast: Tartaria, 2

transcript, leeslijst

Transcript

Welkom bij luminati.be. Mijn naam is Frank. Ik schrijf en vertel graag verhalen over complottheorieën, pseudowetenschap en desinformatie.

Dit is het tweede deel van drie over het verzonnen wereldrijk Tartaria.

In deel één vertelde ik over de aanleiding van de mythe, over de gebouwen en de inwoners van Tartaria.

In deze aflevering doe ik nog enkele inhoudelijke aspecten uit de doeken. Meer bepaald de verrassend moderne technologie en de verbluffende energievoorzieningen. Jammer genoeg konden die de ondergang van het imaginaire rijk door gemanipuleerde modderstromen niet tegenhouden.

In het derde en laatste deel schraap ik geleidelijk de pseudohistorische onzin weg en kruip ik onder de motorkap om te zien wie en wat deze en soortgelijke pseudowetenschappelijke theorieën aandrijft.

Sciencefictionalisering van het verleden

Een wereldrijk met uitzonderlijke gebouwen en bewoners kan niet anders dan beschikken over een buitengewone technologie. Aanhangers van de Tartaria-mythe geloven dat het oude volk geavanceerde vormen van technologie had, die wij, moderne oningewijden, onderschatten of vergeten zijn. Of erger, waarvan ‘men’ ons de kennis achterhoudt en verzwijgt omwille van kwaadaardige redenen.

De gangmakers van de Tartaria-mythe lijken daarbij verschillende sporen te volgen. Enerzijds gaan ze uit van indrukwekkende of markante machines uit het einde van de negentiende eeuw. Volgers geloven dat die toestellen echter pakken ouder zijn, dat spreekt. Vaak claimen ze dat Tartarianen al over technologieën beschikten die pas op het einde van de twintigste eeuw of later opgang maakten. Verder dichten zij bepaalde low-tech objecten een zeer oneigenlijke, high-tech functie toe.

Een andere, eerder verrassende bron van informatie zijn oude prenten waarop het leven honderd jaar later wordt afgebeeld. Ook in de negentiende eeuw was sciencefiction een populair genre. Tot slot presenteren ze historische concepten en ideeën van technici en kunstenaars als toestellen die echt bestaan zouden hebben.

Ik geef van elke categorie enkele voorbeelden.

Emblematisch voor Tartaria zijn afbeeldingen van imposante zeppelins. Luchtschepen met een licht, metalen geraamte, een motor en een stuurinrichting voerden vanaf 1910 commerciële vluchten uit. De hoogdagen van de zeppelins en van de commerciële vluchten in en naar de Verenigde Staten begonnen midden jaren 1920. De gouden periode kwam abrupt tot een einde op 6 mei 1937, toen de Duitse Hindenburg crashte in Lakehurst, in New Jersey.

Hindenburg Disaster – Real Footage (1937) | British Pathé

Strikt genomen vallen zeppelins buiten de periode die gelovers zelf vooropgesteld hebben. Volgens hen ging Tartaria ergens tussen 1815 en 1870 ten onder. Maar ik moet er niet meer bij vertellen dat volgens gelovers zeppelins of andere vliegende tuigen volgens het lichter-dan-luchtprincipe honderden jaren ouder zijn dan wij nu aannemen.

De zogenaamde bewijzen die men aanvoert, zijn eerder associatief te noemen dan sluitend. Ze berusten ook vaak op ideeën uit de vorige eeuw.

Neem nu de indrukwekkende Nazcalijnen. Dat zijn grote tekeningen in een uiterst droge woestijn in Peru. Enkel vanop grote hoogte kan men zien dat die lijnen tekeningen vormen. Dus, volgens heel wat pseudoarcheologen moesten de makers van deze geogliefen beschikken over vliegende of zwevende tuigen. En eigenaardig genoeg is dat meteen een bewijs dat Tartarianen de luchtvaart beheersten.

De Amerikaan Jim Woodman heeft midden de jaren negentien zeventig experimenten uitgevoerd en heteluchtballons gemaakt met materialen en technieken die de makers van de lijnen zouden gekend hebben. Hij beschreef zijn avontuur in het boek Vlucht van de Condor, dat in 1980 verscheen. Leuke proef, maar geen bewijs dat die makers van de lijnen dat ook effectief gedaan zouden hebben. Tussen haakjes, dezelfde Woodman schreef in 1987 het boek The Mysterious Giants of Our Past.

Een ander zogenaamd bewijs zijn de prachtige ontwerptekeningen van de Italiaanse jezuïet en natuurkundige Francesco Lana de Terzi uit 1670. Hij kwam op het idee om een kleine boot te laten vliegen dankzij het lichter-dan-luchtprincipe. Hij wilde op een houten sloep vier koperen bollen monteren die even luchtledig getrokken waren als zijn inspiratie, de Maagdenburger bollen van zestien jaar eerder.

Het grandioze idee kwam niet verder dan enkele boeiende en mooie ontwerptekeningen. Maar voor gelovers van de Tartaria-mythe is het loutere bestaan van die tekeningen, het bewijs dat Tartarianen effectief het luchtruim veroverd hadden lang voor de gebroeders Montgolfier met hun ballonen, of de gebroeders Wright met hun vliegtuigen.

De foto uit 1930 van een Amerikaanse zeppelin die aanmeert aan de Empire State Building is zowat de totem van de Tartaria-beweging geworden. Maar die foto is even echt als het beeldmateriaal van die grote gorilla op het dak van dezelfde wolkenkrabber. Volledig nep dus. Het is een montage uit de jaren dertig, toen men inderdaad met het plan rondliep om zeppelins te laten aanmeren aan de wolkenkrabbers. Het idee bleek echter onuitvoerbaar omwille van de hevige rukwinden op zulke grote hoogtes.

Een ander voorbeeld. De 3D-printers zijn geen uitvindingen gedaan aan het einde van de twintigste eeuw. Ze zijn op en top Tartariaans, aldus gelovers. Een van de bijzondere ‘bewijzen’ daarvoor is de beeldhouwtechniek die drapé mouillé wordt genoemd. Dat is een techniek om lichaamsvormen weer te geven alsof ze gehuld zijn in een natte (vandaar mouillé) of nauw aansluitende, doorzichtige stof.

Hoewel er al Oudegyptische voorbeelden bekend zijn, waren het vooral negentiende-eeuwse Italiaanse beeldhouwers die de techniek perfectioneerden. Het gaf de kunstenaars de kans om naakte lichamen te dramatiseren. Denk aan Giuseppe Sanmartino’s ‘Gesluierde Christus’ van 1753. Kunstenaars konden de lichamen ook onthullen door ze te verhullen, en dus te erotiseren, denk aan het beeld ‘De Kuisheid’ van Antonio Corradini uit 1750. Uiteraard konden beeldhouwers op deze manier ook de eigen virtuositeit demonstreren.

Tussen haakjes, ik wil even herhalen dat u afbeeldingen van en links naar de vernoemde kunstwerken vindt op de website luminati.be.

Ook hier moeten menselijke kunde en vernuft het afleggen tegen de botte, Tartariaanse verklaring die elke vorm van beschaving, kunst en cultuur smoort. Niemand kan zulke beelden houwen, aldus gelovers. Ze werden gemaakt met 3D-printers en gesmolten marmer.

Ja, natuurlijk zouden knoeroude 3D-printers op zich óók een bewijs zijn van menselijke kunde en vernuft. Nee, helaas zijn daar nog geen bewijzen voor gevonden.    

De meest bizarre theorieën zijn dan weer gebaseerd op een zeer oneigenlijke interpretatie van objecten en afbeeldingen. Technologisch gezien banale voorwerpen zoals strijdhamers en scepters krijgen het etiket ‘energiewapens’ opgeplakt. De fasces, het Romeinse symbool van macht, is op zich een bundel van hout en een bijl. In de wereld van Tartaria is dit een “elektromagnetisch massavernietigingswapen”.

Een open haard met ventilatiesysteem is dan weer een imaginaire machine die niet-bestaande ether omzet in verzonnen levensenergie die de bewoners niet alleen in staat stelde te helen, maar ook te leven zonder spijs of drank. Meer over ether of aether in enkele ogenblikken.

Alles wat maar een beetje lijkt op een laserstraal uit de eerste de beste sciencefictionfilm, wordt als dusdanig geduid. Getekende trajecten van kanonkogels in oude militaire traktaten? Dat zij laserstralen. Vuurwerk op oude gravures, schilderijen of in catalogen, die eind negentiende eeuw zeer populair waren? Dat zijn ‘directe elektromagnetische wapens’.

Fraaie harnassen uit de renaissanceperiode, vaak gemaakt voor parades of toernooien, worden gezien als elementen waarmee energie kan verzameld worden en uitgestoten. Op z’n Pokémons.

Wat Tartariaanse technologie betreft, is er geen bovengrens aan de absurde voorstellen die in de gespecialiseerde onlinegroepen gelanceerd worden. Oude getrukeerde postkaarten en foto’s van victoriaanse mediums die geesten laten verschijnen in spiegels, worden ofwel opgevat als bewijzen van videotelefonie, een Tartariaanse Zoom als het ware. Ofwel als het bewijs dat de technologie zo gevorderd was dat men kon communiceren met de doden.

Kortom, de mythe van Tartaria lijdt aan een groteske sciencefictionalisering van het verleden. En ook dat is geen nieuw fenomeen. Het is een logisch gevolg van de verspreiding van oudere, klassieke pseudoarcheologische verhalen over ancient aliens met uitzonderlijke technologie. Anders gezegd: ook hier worden oudere clichés gerecycleerd.

De bijdrage van tv-zender History aan de sciencefictionalisering van het verleden kan niet overschat worden. De opgevoerde ‘specialisten’ en ‘experten’ beschrijven steevast verdwenen, hypertechnologische beschavingen zoals Atlantis en de eveneens verdwenen beschavingen van Lemurië en Mu.

De meeste theorieën focusten zich op de relatie tussen mensen en buitenaardsen, maar dat aspect speelt tot nader order geen rol in Tartaria. Toch hebben gelovers in de Tartaria-mythologie tal van de anachronistische ‘technologische’ aspecten uit de oude verhalen overgenomen.

In het eerste deel beschreef ik hoe het werk van schilders en architecten misbruikt wordt. Ook visionaire wetenschappers en kunstenaars moeten een zelfde degraderende behandeling ondergaan.

Bijvoorbeeld de Nederlands-Amerikaanse kunstenaar, filosoof en luchtvaartingenieur Alexander Weygers. Deze hield zich sinds de jaren 1920 bezig met machines die het midden hielden tussen hovercrafts en VTOLs. Dat zijn vliegende tuigen die verticaal opstijgen en landen, zoals helikopters.

In 1945 vroeg Weygers in de V.S. een patent aan voor zijn discopter. Het was een rotoraangedreven toestel dat hij de vorm van een vliegende schotel had gegeven. Zijn ontwerpen en blauwdrukken beperkten zich niet tot de toestellen zelf. Hij plande een heuse futuristische discopterhaven in San Francisco. Gelovers denken dat Weygers op het spoor was gekomen van de superieure Tartariaanse technologie. Alexander Weygers overleed in 1989. Hij is een kunstenaar en ontwerper die meer aandacht verdient, maar niet op deze manier.

Vrije energie

Al die bijzondere, sciencefictionachtige toestellen hebben energie nodig. En toevallig is die overvloedig aanwezig. Verspreiders van de mythe doen een beroep op een ander oud alt-history- en pseudowetenschappelijk cliché. Namelijk dat van de vrije energie, of beter, de vrije etherenergie.

Ik hak die laatste gedachte even in stukjes: het begrip ‘vrije energie’ heeft hier de betekenis van energie in overvloed, getapt uit een onuitputtelijke bron.

Ether dan. Hoewel het begrip ‘ether’ zeer oud is, wijzigde de betekenis van het woord in de loop der tijden dramatisch. Voor Aristoteles was ether het vijfde element, de vijfde essentie, naast de gekendere elementen water, aarde, lucht en vuur. In de alchemistische traditie was het de stof die de beoogde transmutaties mogelijk kon maken, de omzetting van het ene element in het andere. Van lood naar goud, om bij het bekendste voorbeeld te blijven. In de vijftiende eeuw werd het begrip ether dan weer opgevoerd om bepaalde fenomenen te verklaren die we nu linken aan de zwaartekracht.

Tot aan het einde van de negentiende eeuw dachten heel wat natuurkundigen dat ether het medium was waardoor elektromagnetische golven zich konden voortbewegen, zoals radiosignalen en zichtbaar licht. Dit vertelt de Winkler Prins’ Geïllustreerde Encyclopedie van 1905 erover:

Ter verklaring der verschijnselen van warmtestraling, licht en elektriciteit is het noodzakelijk gebleken, het bestaan van een uiterst fijne, elastische stof, die in de gehele wereldruimte verbreid is en alle ruimten opvult, die niet door materie ingenomen zijn, dus bijv. de tusschenruimten tusschen de moleculen en atomen van alle stoffen; deze stof wordt aether genoemd.

Encyclopedieën zijn trage verspreiders van kennis. 1905 is ook het jaar waarin Albert Einstein tot het inzicht kwam dat hij het onmeetbare ether niet nodig had voor zijn speciale relativiteitstheorie. Dat betekende het einde van ether in de wetenschappelijke traditie.

Niet zo in de magische wereld van de gesciencefictionaliseerde pseudoarcheologie in het algemeen en Tartaria in het bijzonder.

Het element ether wordt volgens de meeste aanhangers van de Tartaria-mythologie zomaar even uit de lucht gecapteerd en omgezet in energie. Die captatie en het opwekken van elektriciteit gebeurde onder meer in de koepels van Tartariaanse gebouwen. Dus ook in die van het Antwerpse Centraal Station. Pas na de vernietiging van Tartaria werd de Antwerpse Middenstatie een kopstation. Daarvoor was het, zoals elk gebouw met een koepel, een energiecentrale. De gedachte hieraan maakt mijn dagelijks gependel net dat ietsje boeiender.

Maar hier stopt het uiteraard niet. Opnieuw moet het verhaal groter en grootser gemaakt worden. Volgens fans van Tartaria sturen zulke ethercapterende gebouwen hun energiestralen draadloos over naar verdeelpunten en eindgebruikers. En dat tonen bijvoorbeeld foto’s van de wereldtentoonstelling in Chicago in 1893. Tartaria-leken zien op de foto’s schijnwerpers die de gebouwen van de expo-site verlichten vanop de grond. Gelovers in de mythe van Tartaria zien dan weer energiestralen die vanuit de gebouwen gestuurd en verdeeld worden.

Koepels zijn niet de enige middelen waarmee Tartarianen ether opvingen en omzetten in gratis elektriciteit. Op oude foto’s menen gelovers ook ‘energie-antennes’ te zien in oude telefoonpalen, eender welke langere stok, mast of paal, spits of piek. Zelfs hogels op gotische gebouwen moeten ether uit de lucht trekken. Hogels, dat zijn gebeeldhouwde gotische ornamenten in de vorm van een bloem of knop die pinakels of daklijsten sieren. Sommige gelovers spreken ‘wetenschapperig’ over ‘co-lineaire vrije-energieantennes’.

Maar als het over echte wetenschap gaat, dan haken ze snel af. Vragen naar formules of materialen die Tartariaanse ingenieurs gebruikten, worden of heel negatief ontvangen, of beantwoord met vage suggesties zonder verdere uitleg. Schema’s of berekeningen heb ik niet gekregen of gevonden. Wel foto’s met heel veel cirkels en pijlen in een kleur die ik ‘complotrood’ noem. Maar het hoeft weinig betoog dat dit geen basis kan zijn voor een rationele discussie.

Eigenaardig genoeg zijn er ook grenzen aan wat er door een groep gelovers geaccepteerd kan worden. Dat een dakraam op een oude foto van een gebouw een zonnepaneel zou zijn, was een suggestie die zelfs in een Tartariaanse onlinegroep werd weggehoond. Misschien een aanwijzing dat het eigen onderzoek af en toe wél vruchten afwerpt.

Maar laat ons niet te optimistisch zijn: sinds kort worden triomfbogen verheven tot hoefijzermagneten en dus energiegeneratoren.

De theorieën werden al snel nóg vreemder. Reeds in 2019 ontwaarden Tartaria-specialisten energiecentrales in oude forten met een stervormige structuur. Het gaat zowel over losstaande forten als over zogenaamde gebastioneerde vestingstelsels die ontwikkeld werden vanaf de periode dat krijgsmachten kanonnen in gebruik namen. Spectaculaire voorbeelden die zeer regelmatig opdagen in onlinegroepen, zijn de Italiaanse vestingstad Palmanova en, dichter bij huis, Fort Bourtange in Groningen.

Net zoals bij de koepels ontbreekt ook in het geval van de forten en de plattegronden elke poging tot verheldering. Er wordt zelfs niet geprobeerd en eigenaardig genoeg lijken de meeste gelovers geen verdere opheldering te verwachten. Vragen naar meer informatie worden sowieso teruggekaatst met de dringende suggestie zelf onderzoek te doen.

Dit deel van het Tartaria-verhaal slaat een brug met de Tesla-verering. De geniale Servisch-Amerikaanse uitvinder en elektrotechnicus Nikola Tesla, die gestorven is in 1943, figureert in zowat elke pseudowetenschappelijke complottheorie die alternatieve vormen van energie aanhaalt. Hoewel hij in zijn tijd ook al werd afgeschilderd als een excentrieke uitvinder, staan de enorme verdiensten van Tesla buiten kijf. Hij zag bijvoorbeeld de voordelen in van wisselstroom bij de distributie van elektriciteit over lange afstanden. Hij ontwikkelde vanuit die idee toestellen die het elektriciteitsnet betrouwbaarder maakten.

Tesla bouwde een proefinstallatie waarmee hij elektriciteit door de lucht wilde verdelen, dus zonder een fysiek netwerk van kabels. En hier was Tesla zijn tijd inderdaad ver voor, althans in gedachten. Verschillende instanties en bedrijven doen er nog steeds ernstig onderzoek naar. Gelovers doen dit af als Tartariaanse wetenschap. Dat spreekt.

Op het einde van zijn leven beweerde de mentaal niet al te stabiele Tesla dat hij ook nog eens een aardbevingsmachine en een dodelijke energiestraal had ontwikkeld.

Zijn hele leven lang was Tesla een hardnekkige aanhanger van de ethertheorieën en hij beweerde dan ook dat hij vrije en ongelimiteerde energie uit die ether kon halen. Tesla stierf volledig berooid en mentaal verward in een New Yorks hotel in 1943.

Modderstroom

Dezelfde vaagheid inzake de opkomst vinden we terug bij de uiteindelijke ondergang van het hoogtechnologische rijk, met zijn superieure bewapening en reusachtige inwoners.

De oorzaak is wel gekend. Net zoals voor dat andere rijk Atlantis, was één grote ramp genoeg om Tartaria te verzwelgen. Atlantis verdween onder het water, Tartaria onder het slijk. De wereldwijde, metershoge modderstroom werd opgewekt en gestuurd door de vijanden van Tartaria.

Ook nu voert men vooral foto’s op als bewijzen, ondersteund met de gebruikelijke sliert hashtags en zonder bronvermelding. Op de beelden zijn er steevast mensen aan het graven. Wat het doel van het graafwerk is, wordt meestal niet vermeld. Op de foto’s bevinden de benedenverdiepingen, de kelders en de fundamenten zich onder het huidige straatniveau. En dat is het primaire en eigenlijk enige bewijs dat die gebouwen en steden door een allesvernietigende modderstroom zouden zijn getroffen.

Bij het achterhalen van de fotobronnen, blijkt dat de geschiedenis vaak boeiender is dan de tweedehandse alt-history verhalen. Brian Dunning is de man achter de podcast Skeptoid en hij wist enkele oude foto’s van de Amerikaanse stad Seattle te duiden. In het begin van de twintigste eeuw verhoogde deze stad het straatniveau tot bijna zeven meter, waarbij men zelfs hier en daar de volledige eerste verdieping eenvoudigweg onder de aarde begroef. Er waren hiervoor verschillende redenen: een catastrofale stadsbrand in 1900 en de komst van auto’s, trams en treinen. Men vond het nodig om het straatniveau aan te passen om het moderne vervoer te accommoderen. Andere Amerikaanse steden voerden aan het begin van de twintigste eeuw soortgelijke stedenbouwkundige ingrepen uit.

In de jaren 1850 werden delen van Chicago de hoogte in gekrikt omwille van de volksgezondheid. Alleen al in 1854 doodde een opflakkering van cholera 1424 inwoners. Met de hulp van hydraulische krikken duwde men op sommige plaatsten volledige wijken tot ruim vier meter hoger. Hoofdreden was de onmogelijkheid om de grond te draineren en riolen te plaatsen.

Dit wil zeggen dat een vermeende globale, hoogtechnologische beschaving wel in staat was om complete wijken vier meter de hoogte in te krikken, maar er nergens ter wereld in slaagde om een moddervloed te lijf te gaan. Naast de kennis en de technologie had men ook de benodigde energie. Die energie werd gewonnen in koepels die zich tot tientallen meters hoog boven het straatniveau bevonden én de verdeling van de energie gebeurde draadloos. Tenminste als we de verzinners van de Tartaria-verhalen op hun woord mogen geloven.

Volgens heel wat complotdenkers bezaten machtige en vijandige organisaties over apparaten die aardbevingen kunnen opwekken. En dat is binnen de context van complotdenkerij niet zo’n vreemd idee: ook Nikola Tesla zou over die kennis beschikt hebben.

Over de vraag wie en waarom is men vaag: Big Oil wordt soms geviseerd, of de energieleveranciers, omdat zij inzagen dat er met de verdeling van energie veel geld te verdienen viel. Vandaar dat men in theorie het einde van Tartaria laat samenvallen met de oprichting van Standard Oil door John D. Rockefeller. Maar hoe Big Oil machtiger werd dan Tartaria en het uiteindelijk versloeg, daarover blijven gelovers zeer onduidelijk.

Al bij al zijn zowel de opkomst als de val van Tartaria op dit moment geen belangrijke verhaalelementen. Wél belangrijk: het Tartariaanse rijk heeft bestaan en al wie het tegendeel zegt of aantoont, behoort tot de groep mensen die ons onze geschiedenis willen afnemen. De eigenlijke hoofdboodschap is er een van intens wantrouwen. De huidige machthebbers, hun politici, academici, hun media en pers zijn een deel van de grote samenzwering die erop uit is om de Tartariaanse verworvenheden en de Tartariaanse geschiedenis, de geschiedenis van ons allemaal, te herschrijven.

Tot zover deel twee. Dank voor het luisteren.

Mijn naam is Frank. Ik ben, behalve germanist en lesgever, ook een boekengek. Pseudowetenschap en complottheorieën: dat zijn mijn onderwerpen. En die benader ik skeptisch en rationeel. Althans, zo beeld ik mij toch in.

Voor zover ik weet, is er geen enkele organisatie, vzw, broederschap, groot-loge, religieuze orde, geheime dienst, nest reptielmensen of wat dan ook, die wil dat ik in hun naam schrijf of praat.

Ik ben er zeker van dat mijn uitleg voor verbetering vatbaar is en ik sta dan ook open voor correcties en aanvullingen. U weet mij te vinden.


Verder lezen

Jason COLAVITO: Jason Calvito Blog
Schitterende blog over pseudoarcheologie. Colavito behandelt heel wat klassieke onderwerpen uit het genre vanuit een energieke en verfrissende invalshoek.

Phillip DRUZHININ: MUD Flood in 19th century. GiANTs were real (2016)
Een van de eerste YouTube-video’s met een herkenbaar Tartariaanse insteek.

R. FRITZE: Invented Knowledge. False History, Fake Science and Pseudo-religions (2009)
Een van de betere werken over pseudoarcheologie en aanverwante pseudowetenschappen.

E. J. JANE & C. FLEMING: Modern Conspiracy. The Importance of Being Paranoid (2014)
Mijn lievelingsboek over complotdenken. Jane en Fleming waarschuwen voor een te veel aan ernst en gebrek aan humor wanneer men als skepticus een complottheorie bestudeert.

N. ROSENBLUM & R. MUIRHEAD: A Lot of People Are Saying. The New Conspiracism and the Assault on Democracy (2019)
Rosenblum en Muirhead muntten de term ‘conspiracism’. Geïnpsireerd door Pizzagate en complottheorieën tijdens de regering Trump, leggen een verband tussen complotdenken en de ondermijning van de democratie.

Frank VERHOFT: Tartaria, modder en verzonnen tijd. Pseudogeschiedenis op maat van de sociale media (2023)
Mijn inleidend boek over het fenomeen Tartaria. Inspiratiebron voor deze driedelige podcast.

Shares
Frank Verhoft Geschreven door:

Verhalen over oude en nieuwe complotverhalen, pseudowetenschap en desinformatie. Volg me op Mastodon.