Podcast: Tartaria, 1

transcript, leeslijst

Transcript

Welkom bij luminati.be. Mijn naam is Frank. Ik schrijf en vertel graag verhalen over complottheorieën, schijnwetenschap en desinformatie.

Eind 2018 trok een dramatische afbeelding van de Moskovitische Basiliuskathedraal mijn aandacht. Dat is het kerkgebouw aan het Rode Plein. Met die kleurrijke bollen bovenaan, uien in het jargon. De kerk was zo afgebeeld alsof ze het uitstekende bovenstuk was van een grotere constructie die zich voor het grootste deel onder de kasseien bevond. Wat het plaatje volledig maakte, was de indringende boodschap ‘Onderzoek Tartaria’ en ‘Moddervloed’.

En dat heb ik dan gedaan. Sinds januari 2019 hield ik Tartaria op mijn radar en in december 2022 verscheen mijn boek Tartaria, modder en verzonnen tijd. Pseudogeschiedenis op maat van de sociale media.

Drie delen heb ik. In één en twee vertel ik wat de recente heisa rond Tartaria zoal inhoudt. De verschillende elementen van het fantastische verhaal, waarvan de eerste versies dateren van 2016. Zoals de meeste andere pseudoarcheologische ‘theorieën’, recycleert ook deze tal van oudere verhaalelementen. In de mate van het mogelijke geef ik aan waar de bedenkers van de mythe hun mosterd gehaald hebben.

Deel drie gaat over de ideologische aspecten van de mythe. Waar komt de verzameling verhalen over Tartaria vandaan en wat blijft over wanneer men Tartaria stript van alle oppervlakkige, pseudoarcheologische elementen.

Extra info vindt u op luminati.be, samen met het transcript van deze aflevering, beeldmateriaal, bronnen, links en nuttig leesvoer.

Voor de goede orde: Tatarije en Tataren, dus zonder die extra -r, zijn de meest correcte Nederlandse benamingen voor de inwoners en de historische landmassa die men nu, soms, Siberië. Dus ten westen van het Oeralgebergte en, afhankelijk van de fase in de geschiedenis en de cartograaf van dienst, begrensd door Perzië, India en China. Al in de dertiende eeuw voegde men de extra -r toe: men associeerde Tatarije met de Griekse onderwereld, de Tartarus. Vandaar Tartaria.

In deze podcast verwijs ik met het verzonnen woord ‘Tartarianen’ naar de inwoners van het even verzonnen rijk Tartaria.

Hoe het begon

In een notendop: het gaat over een verzameling verhalen waarin de opkomst en ondergang van het wereldrijk Tartaria de hoofdrol spelen. Een bewust opgewekte en gemanipuleerde moddervloed bedolf zo’n 150 à 200 jaar geleden deze oude, globale en hoogtechnologische beschaving.

In eerste instantie verwees de nieuwe generatie alt-history-adepten naar bouwwerken ut de negentiende en vroege twintigste eeuw. De gangmakers vonden aanvankelijk hetzelfde type gebouw over de hele wereld terug. En dat was voor hen de eerste aanwijzing dat er ooit één wereldrijk had bestaan.

Deze keer ging het niet over bijvoorbeeld piramides in Egypte, Midden- en Zuid-Amerika zoals bij de klassieke, pseudoarcheologische verhalen uit de jaren zestig en zeventig. Denk hierbij aan de bekendste adept van dit genre, de Zwitser Erich von Däniken.

Aanhangers postten op de sociale media, op Reddit, Facebook en Instagram, een niet-aflatende stroom aan mooie foto’s van gebouwen. Die moesten aantonen dat 150 tot 200 jaar geleden wereldwijd éénzelfde bouwstijl gehanteerd werd.

Enkele bekende voorbeelden van architecturale parels die meermaals opdoken in onlinegroepjes van gelovers: Crystal Palace, de Parijse Basilique du Sacré-Coeur, het Antwerpse Centraal Station, de Grand Central Terminal in New York en het hoofdkantoor van de Hongkong and Shanghai Banking Corporation.

Er rijst wel onmiddellijk een probleem: heel veel overeenkomsten tussen deze gebouwen zijn er eigenlijk niet. Oké, ze zijn of waren allemaal groot en aardig indrukwekkend, maar daar houdt de gelijkenis op.

Ik herneem de opsomming en geef wat meer details. Het victoriaanse Crystal Palace was een gebouw met veel gietijzer en glas. Het kende een bewogen geschiedenis. Letterlijk zelfs. Het werd na de wereldtentoonstelling van 1851 in Londen afgebroken en elders terug opgetrokken. Crystal Palace brandde in 1860 gedeeltelijk en in 1936 volledig uit. Voor gelovers is het even Tartariaans als de Basilique du Sacré-Coeur van Parijs. Die dateert van 1914 en is opgetrokken in een neo-Romaans-Byzantijnse stijl.

Het reizigersgebouw van het Antwerpse Centraal Station heeft een eclectische, voornamelijk neobarokke stijl. De hal, die dateert van 1904. De New Yorkse Grand Central Terminal van 1913 is een typevoorbeeld van de monumentale beaux-artsstijl. Dat is een stijl die voortborduurt op het neoclassicisme, de neobarok en de neorenaissance. Het hoofdkantoor van de Hongkong and Shanghai Banking Corporation van 1923 is dan weer een streng neoclassicistische gebouw.

Gelovers lijken niet te malen om zulke benamingen die verwijzen naar zeer uiteenlopende architecturale stijlen en richtingen. De stijl van de gebouwen is volgens hen inwisselbaar want oud. Ze komen ruwweg uit dezelfde, zij het arbitraire periode. Ze zijn Tartariaans omdat, ze nu eenmaal Tartariaans zijn. En dat volstaat.

Het is echter geen kwestie van een gebrek aan vakjargon of een gebrek aan cultuur-historisch inzicht. Op deze gebouwen het label “Tartariaans” kleven getuigt van kwade bedoelingen, van de wil om bewust over te gaan tot geschiedenisvervalsing en culturicide.

Het is niet de eerste keer dat verzinners van  pseudohistorische verhalen een beroep doen op zéér vage gelijkenissen tussen bouwwerken van verschillende continenten en uit verschillende periodes. Beruchte voorbeelden zijn de eerder vermelde Von Däniken en Graham Hancock.

De eerste ligt al een halve eeuw onder vuur voor zijn kromme, racistische theorieën in verband met pakweg piramides in Egypte en Amerika. De tweede kreeg recent nog bakken kritiek naar aanleiding van zijn reeks Ancient Apocalyps op Netflix. De aanhoudende controverse heeft beide heren en hun verzinselen alleen maar bekender gemaakt. Aanhoudende controverse is de kern van hun verdienmodel.

Deze manier van denken is trouwens veel ouder dan die twee eerdergenoemde patsers en hun acolieten. Eind negentiende eeuw al populariseerde de Amerikaan Ignatius Loyola Donnelly het idee dat vage gelijkenissen zonder uitzondering wijzen op historische connecties. Of beter, op één enkele bron van oorsprong. Diffusionisme heet dit in het vakjargon.

Ignatius Loyola Donnelly

De toepassing van landbouw, het bouwen van hoge constructies en het schrijven van religieuze teksten aan weerskanten van de Atlantische Oceaan waren volgens Donnelly duidelijke bewijzen van één gemeenschappelijke bron. Het maakte hem niet uit hoe fundamenteel de verschillen waren, hoe ver in de tijd ze uit elkaar lagen.

Verzinners van pseudohistorische en complotverhalen hebben nogal eens de neiging om niet alleen oudere denkpatronen, maar ook verhaalelementen te recycleren en waar nodig aan te passen aan hun narratief.

Bij Donnelly waren het gezanten van Atlantis die ervoor zorgden dat de mensheid haar barbaarsheid aflegde en een superieure beschaving ontwikkelde. Bij Von Däniken waren het buitenaardsen. In deze nieuwe theorie zijn het Tartarianen.

Er zijn nog twee eigenaardigheden in verband met de zogenaamd Tartariaanse gebouwen. Aanvankelijk ging de theorie dat er 150 à 200 jaar geleden een einde kwam aan Tartaria. Om dit in een historische perspectief te plaatsen: dat is ruwweg de periode tussen het Congres van Wenen van 1815, waarop de toenmalige grootmachten de kaart van Europa en de wereld trachtten te hertekenen na de val van Napoleon, en 1870, het jaar dat John D. Rockefeller de Standard Oil Company oprichtte en het begin van de tweede industriële revolutie inluidde.

Nochtans bestempelen gelovers heel veel gebouwen die beduidend jonger zijn dan 150 jaar als Tartariaans. Een bekend voorbeeld: het Centraal Station van Antwerpen werd opgeleverd in 1904, om er maar één te noemen.

Voor dit probleem vonden de gangmakers van de mythe een simpele oplossing. Simpel in de betekenis van ‘onnozel’. Een beetje gelover is ervan overtuigd dat de reizigershal van de Antwerpse Middenstatie niet dateert van begin twintigste eeuw, maar dat die minstens duizend jaar ouder is.

En hiermee komen we bij een tweede eigenaardigheid. Ook onder verzinners van pseudoarcheologische verhalen geldt het adagio “stilstand is achteruitgang”. Een pseudowetenschappelijke theorie die niet constant nieuwe verhaalelementen incorporeert, is geen lang leven beschoren. En het duurde dan ook niet lang of élk monumentaal gebouw uit eender welke periode en eender welk werelddeel werd plots een deel van het Tartariaanse verhaal.

Kerken, paleizen of andere monumenten in uitbundige rococostijl, triomfantelijke barok, of flamboyante gotiek? Allemaal Tartariaans. De Taj Mahal, de Agatha Sophia, Thaise tempelcomplexen, Egyptische piramides, Chinese paleizen? Allemaal Tartariaans.

Gelovers en verzinners van de Tartaria-mythologie eigenen zich het architecturale werelderfgoed toe om een niet-bestaand eeuwenoud wereldrijk te bewijzen. Dat doen ze zonder scrupules en zonder zich te bekommeren om kunsthistorische inzichten of kennis. Ze reduceren het tot een reeks foto’s met hashtags om een revisionistische versie van de wereldgeschiedenis te propageren.

Het bleef ook niet bij echte gebouwen of ruïnes: ook afbeeldingen van fictieve gebouwen werden ingelijfd in het geheel van zogezegd bewijsmateriaal. Dat gaat van de werken van achttiende-eeuwse Italiaanse graveurs die zich lieten inspireren door Romeinse ruïnes tot de fantastische tekeningen van de hedendaagse Russische architect en futurist Artur Skizhali-Weis. Gelovers voeren zijn fascinerende tekeningen aan als bewijzen dat Tartaria zulke fantastische bouwwerken had.

Voor zijn futuristische tekeningen maakte de Rus gebruik van monumentale structuren in exuberante neostijlen. Vaak gaf hij herkenbare gebouwen een onverwachte functie: een hooggotische kathedraal kan in zijn wereld fungeren als een onderdeel van een gigantische brug. Een heuse stad rust hoog op vier zuilen in klassiek-Griekse stijl. Een neoklassieke tempel siert het bovenstuk van een reusachtige triomfboog.

Eerlijk gezegd, zulke vondsten zijn het voordeel van deze pseudoarcheologische verhalencyclus: af en toe duikelen verzinners werkelijk interessante namen op. Jammer genoeg misbruiken ze deze om hun pseudohistorische nonsens te pushen.

Dit lijkt mij ook het moment om te zeggen dat u extra beeldmateriaal vindt op luminati.be.

Reuzen

Over wie nu de Tartarianen waren, doen zeer warrige verhalen de ronde. De meeste gelovers aanvaarden dat de oorspronkelijke Tartarianen reusachtig groot waren. Dat ze zelfs verwant waren aan de giganten van vóór de zondvloed. Soms gaat het over alle Tartarianen, soms over uitzonderingen. Veel duidelijkheid schept men daar niet in.

Maar opnieuw worden oudere ideeën en theorieën over vroegere, reusachtige bewoners van onze aardbol opgerakeld en gerecycleerd. Denk hierbij aan verhalen over de Nephilim. In de oorspronkelijke Bijbelse teksten lijkt dit woord te verwijzen naar ‘de gevallenen’. In later tijden werd het vaak vertaald als ‘giganten’ of ‘reuzen’. Deze Nephilim figureren in heel wat pseudoarcheologische verhalen. Net zoals hun maatjes de Anunnaki. Oorspronkelijk waren dit godheden uit Mesopotamië maar in heel wat moderne pseudohistorische verhalen krijgen ze de rol van machtige buitenaardsen of wereldse reuzen.

Vaak gebeurde die recyclage met de hulp van History Channel, nu History, het Amerikaanse tv-kanaal dat zich sinds de eeuwwisseling specialiseerde in pseudoarcheologische onderwerpen.

Gelovers van de Tartaria-mythe trokken ook apocriefe Bijbelboeken uit de kast. Ze bliezen het stof af van het Boek van Henoch en dat is een verzameling van oud-Joodse apocalyptische literatuur met de envergure van een slechte koortsdroom. Nephilim en hun reusachtig nageslacht spelen daarin een hoofdrol. In sommige christelijke kerken hoort dat boek tot de Bijbelse canon. Het mag niet verbazen dat het Boek van Henoch al eeuwenlang een bron van inspiratie is voor religieus geïnspireerde pseudoarcheologen.

Terug naar onze Tartariaanse reuzen. De meeste zogenaamde bewijzen zijn zeer oppervlakkig en weinig overtuigend. Het zijn vooral oude zwart-witfoto’s van grote mensen die als de laatsten der Tartarianen worden beschouwd. Maar wat valt er meer over te zeggen dan dat de menselijke soort heel wat variatie kent. Sommige mensen zijn nu eenmaal groter dan gemiddeld, andere kleiner.

In deze context worden er heel wat foto’s van de Amerikaan Robert Wadlow gepost. Met zijn 2,72 meter is hij officieel de grootste mens ooit gemeten. Zijn lengte was het gevolg van een in se goedaardige tumor in de hypofyse, wat resulteerde in een overproductie van menselijk groeihormoon. Wadlow stierf in 1940, amper 22 jaar, en daardoor valt hij moeilijk als een Tartariaan te bestempelen. Het deert de gelovers niet, de foto’s van hem zijn zwartwit en lijken dus oud. Dat volstaat.

Verder bestaan de zogenaamde bewijzen uit een doelbewuste misinterpretatie van foto’s van enerzijds grote gebouwen en andere architecturale structuren, anderzijds van vaak opvallend grote objecten. En hier zal ik uitgebreider op ingaan.

Foto’s van immense constructies zijn er in overvloed. Van monumentale poorten, die uiteraard dienden om reuzen binnen te laten, tot riante paleizen, kerken, kastelen en landhuizen. Die werden niet in de eerste plaats gebouwd omdat er een menselijke drang is om prestigieuze, megalomane structuren neer te poten. Wel om reuzen van de geschikte accommodatie te voorzien, aldus de vrienden van Tartaria.

We mogen het belang van beeldmateriaal in deze pseudotheorie niet onderschatten. Het stelt de bedenkers in staat om gebouwen of objecten uit hun context te lichten en bepaalde aspecten die eigenaardig lijken, te mystificeren. In het Engels heet dit Anomaly hunting.

Dankzij een gish-gallup-achtige, schier oneindige stroom aan foto’s kunnen ze vlotjes voorbij gaan aan technische en praktische aspecten die de vermeende eigenaardigheden op een perfect rationele manier kunnen verklaren. De foto’s zijn trouwens geen illustraties bij hun theorieën, ze vormen de noodzakelijke haakjes waaraan verzinners hun verhalen kunnen ophangen. Het misbruiken van talloze foto’s op deze manier is wat de pseudotheorie rond Tartaria aandrijft.

Een voorbeeld: de bronzen deuren van de Curia Iulia zijn ruim zeven en een halve meter hoog en bijna vijf meter breed. De deuren behoorden oorspronkelijk tot het Romeinse senaatsgebouw dat op bevel van Julius Caesar werd opgetrokken. Sinds de zeventiende eeuw sieren ze echter de voorgevel van de pauselijke aartsbasiliek van Sint-Jan van Lateranen te Rome. Begin 21ste eeuw gelden ze als zogezegd bewijs dat mensen vroeger heel wat groter waren dan nu. Waarom zou men anders zo’n grote deuren maken?

Curia Julia

Wat je niet ziet op foto’s en wat verzwegen wordt: men heeft geen uitzonderlijk grote mensen nodig om die deuren te bedienen. Ze zijn zo uitgebalanceerd dat één persoon van normale afmetingen ze zonder al te grote inspanning kan openen en sluiten.

Het is gelovers niet enkel te doen om bouwwerken. Elk object dat groter is dan normaal, beschouwen gelovers als Tartariaans en wordt zonder veel poeha een deel van de kronkelige mythe.

Ik ga verder met mijn voorbeelden. Dat er in de loop der tijden enorm grote boeken gemaakt werden, is geen punt van discussie. Er zijn gigantische koorboeken bewaard gebleven, naast atlassen, bijbels en korans. De universiteit van Manchester digitaliseerde in 2011 hun exemplaar van de koran van Kansuh al-Ghuri, ruim 87 op 59 centimeter en 52 kilogram droog aan de haak.

De meeste deskundigen hebben andere redenen bedacht voor het bestaan van deze volumes, dan dat ze voor of door reuzen zouden zijn gemaakt. Prestige en belangrijkheid van de opdrachtgever en van het onderwerp van het boek zijn geen buitensporige motieven. Het is nu eenmaal des mensen.

Maar wat er meer toe doet dan het formaat van de boeken, is de inhoud ervan. Hierover houden de verspreiders van de mythe de lippen strak op elkaar. Ze beseffen natuurlijk dat die volumes teksten bevatten die we vanuit een traditionele kijk op de geschiedenis, de cultuur en het niveau van de toenmalige kennis mogen verwachten.

Mijn tweede voorbeeld is van een ander niveau, maar het toont eveneens hoe verzinners en gelovers met beeldmateriaal omgaan. Het voert ons naar de Verenigde Staten, naar de jaren negentien dertig. Toen pakte de Amerikaanse automaker Studebaker uit met een filmpje waarin hun succesvolste wagen figureerde: de President van 1927. Maar dan een houten model van ruim twaalf meter lang en vier meter hoog geposteerd in een veld naast de weg.

Na de reclamestunt besloot men om het in brand te steken omdat het model te veel geleden had onder de harde winter. Foto’s van die verbranding vormen een aanwijzing dat bewijsmateriaal voor het bestaan van reuzen bewust en doelgericht vernietigd werd, aldus gelovers.

Er is nog een bron van informatie die verrassend vaak opduikt om het bestaan van reuzen te bewijzen. Het gaat over foto’s van opgravingen die zouden moeten aantonen dat archeologen reuzengrote beenderen van mensachtigen blootlegden.

National Geographic en Snopes, de Amerikaanse organisatie die gespecialiseerd is in het ontmaskeren van online hoaxen, melden dat zulke foto’s al begin 2000 verschenen. Ze voeren enkele van de bekendste terug naar een wedstrijd in fotomanipulatie. De bewerkte foto’s zijn leuk, tenminste als men bereid is om niet op zoek te gaan naar fouten en eigenaardigheden.

Een opvallend vaak gedeeld artikel heeft als titel Smithsonian geeft de vernietiging toe van duizenden skeletten van reuzen in de vroege jaren 1900. Het artikel is afkomstig van World News Daily Report. En dat is een weinig subtiele ironische nepnieuwswebsite, een soort The Onion, maar dan met meer pis en kak. Het kan de gelovers – om in de sfeer van WNDR te blijven – aan de hol roesten.

Wat dan met miniboekjes, foto’s van kleine auto’s, trienen of huizen, vraagt u zich af. Een antwoord op de vraag of foto’s van kleine objecten bewijzen zijn van Tartariaanse kabouters of dwergen, heb ik nog steeds niet mogen ontvangen.

De vernietigde reuzeschedels van het Smithsonian, aldus WNDR

Onder die oppervlakkige laag van beeldmateriaal en hashtags gebeurt er verder niets. De Tartariaanse bevolking, hun sociaal, economisch of politiek leven, het komt allemaal niet ter sprake. Devote volgers vatten dat niet op als een lacune. Hier en daar wordt geschreven dat Tartaria een vredevolle, harmonische samenleving was, hashtag WorldPeace, en dat lijkt afdoende.

Maar dat mag niet volstaan. Een socio-economische en politieke analyse zou dat wereldrijk des te boeiender maken. Alleen al de verhouding tussen reuzen en ‘gewone’ mensen, en de taken die ze uitvoerden, zouden interessante onderwerpen zijn.

Ook de manieren waarop het rijk, de kennis en de technologie door de eeuwen heen groeiden, zijn elementaire kwesties. Hoe bestuurde men Tartaria en hoe kwam men tot besluitvorming? Hoe werden wetten gemaakt en gecommuniceerd? Het Tartariaanse wereldrijk zou zich uitgestrekt hebben over een handvol continenten, maar we krijgen geen spat informatie over de lokale talen of de globale bestuurstaal.

Het is heel eigenaardig dat we meer weten over pakweg de regeringsvorm, de talen en de communicatie in het rijk van de Perzische Achaemeniden zo’n 2400 jaar geleden dan van het eeuwenoude, hoogtechnologische wereldrijk Tartaria dat och arme 150 jaar geleden ophield met bestaan.

Ook hier volgen de gelovers een traditie: uiteraard houden de bedenkers van deze of soortgelijke pseudoarcheologische mythes zich niet bezig met dat soort dagelijkse, mondaine besognes.

Bouwen voor dummy’s

Welke speciale bouwtechnieken gebruikten de Tartarianen dan om hun complexen op te rekken? In welke mate verschilden die technieken van de periode waarin wij denken dat ze gebouwd zijn? Het mag geen verrassing zijn, maar zulke vragen worden meestal ontwijkend beantwoord.

Laat ons een geval nemen dat we waarschijnlijk allemaal kennen en dat ik besproken heb met enkele gelovers: het Centraal Station van Antwerpen. Volgens sommige gelovers kan er niets gezegd worden over de bouw van de spoorwegkathedraal omdat daar geen foto’s van zouden bestaan. Dat kan ook niet, want de overkapping van de sporen dateert niet van 1895 en de reizigershal werd niet in 1905 afgewerkt, zoals officiële bronnen beweren.

De schijnbare afwezigheid van foto’s van de bouw is voor een doorsnee gelover geen reden om een gewaagde conclusie uit te stellen. Volgens Tartaria-experten, die het stationsgebouw niet echt leken te kennen, is het minstens duizend jaar ouder dan aangeven. Net zoals al die andere Tartariaanse gebouwen. Niet alleen Antwerpse stadshistorici, medewerkers van het FelixArchief of mensen die professioneel bezig zijn met de geschiedenis van de stad en de ijzeren weg in België zullen eens achter hun oor krabben. Waarschijnlijk vraagt iedereen met een minimum aan historisch besef zich af waar die gelovers over bazelen.

Toch kan geen enkele gelover verklaren waarom de huidige Antwerpse Middenstatie op geen enkele foto van vóór 1895 terug te vinden is. Of op geen enkele geïllustreerde kaart, op geen enkel schilderij van de stad Antwerpen. In pakweg de zestiende eeuw zou het nochtans een uitzonderlijk zicht zijn geweest.

Wat nu de leien zijn, markeerde de zestiende-eeuwse stadsgrenzen, de verdedigingswerken van de stad. Dus het markante gebouw, dat we vandaag het centraal station noemen, zou zich niet zozeer aan de rand van de toenmalige stad bevinden, maar buiten de muren, in de velden rond de stad. Maar geen enkele schrijver, chroniqueur, schilder, tekenaar, administratieve bediende maakt daar gewag van. Op zich is afwezigheid van bewijs geen bewijs van afwezigheid, maar dit is op z’n zachtst gezegd eigenaardig.

Niet alleen Antwerpse stadhistorici, archivarissen van het FelixArchief of mensen die professioneel bezig zijn met de geschiedenis van de stad en de ijzeren weg in België zullen eens achter hun oor krabben. Waarschijnlijk vraagt iedereen met een minimum aan historisch besef zich af waar die gelovers over bazelen. De schijnbare afwezigheid van foto’s van de bouw is voor een doorsnee gelover geen reden om een gewaagde conclusie uit te stellen.

Ik ben nochtans zeker dat elke Antwerpse fotoverzamelaar met een internetverbinding mij binnen de vijf minuten prachtige foto’s kan sturen van het vorige, houten stationsgebouw, de constructie van beide delen van het huidige station en van de overkapping zónder de reizigershal.

Hydraulische cilinders en stoomliften werden gebruikt bij de constructie van grote bouwwerken in en voor die periode. Middeleeuwse kathedralen, Mexicaanse of Thaise tempelcomplexen, Egyptische piramides maken ons duidelijk dat die strikt genomen zelfs niet nodig waren om hoge, imposante gebouwen op te trekken. Zonder uitzondering volstaan menselijk vernuft, aangepaste tech, werkkrachten en tijd.

Niet zo voor gelovers. Zij gaan ervan uit dat heel de wereld, meer nog, dat heel de wereldgeschiedenis Tartariaans is en dat elk gebouw en monument, elke constructie met wereldfaam gebouwd werd in Tartaria door de eigen, geniale inwoners, door Tartarianen dus!

Tot hier het eerste deel. In het tweede deel vertel ik over de hoogontwikkelde technologie en de energievoorzieningen in het Tartariaanse wereldrijk. En over het feit dat deze twee cruciale aspecten eigenaardig genoeg de ondergang van Tartaria door gemanipuleerde modderstromen niet konden afwenden.

Dank voor het luisteren. Mijn naam is Frank. Ik ben, behalve germanist en lesgever, ook een boekengek. Pseudowetenschap en complottheorieën: dat zijn mijn onderwerpen. En die benader ik skeptisch en rationeel. Zo beeld ik mij toch in.

Voor zover ik weet, is er geen enkele organisatie, vzw, broederschap, groot-loge, religieuze orde, geheime dienst, nest reptielmensen of wat dan ook, die wil dat ik in hun naam schrijf of praat.

Ik ben er zeker van dat mijn uitleg voor verbetering vatbaar is en ik sta dan ook open voor correcties en aanvullingen. U weet mij te vinden.


Verder lezen

Jason COLAVITO Link
Schitterende blog over pseudoarcheologische onderwerpen.

Brian DUNNING: Tartaria and the Mud Flood (2021) Link
Podcastaflevering in de reeks Skeptoid. over Tartaria en de moddervloed.

John FLENLEY & Paul BAHN: The Enigmas of Easter Island (2003)
Twee archeologen vertellen over de boeiende geschiedenis de constructies en beelden op Paaseiland.

N. ROSENBLUM & R. MUIRHEAD: A Lot of People Are Saying. The New Conspiracism and the Assault on Democracy (2019)
Met ‘conspiracism’ bedoelen de auteurs complottheorieën 2.0, open samenzweringsverhalen die deelnemers zelfs geen zweem van coherentie meer hebben, die aan elkaar hangen van de meest absurde claims.

Zach MORTICE: Inside the ‘Tartarian Empire,’ the QAnon of Architecture (2021) Link
Excellent inleidend artikel over de mythe van Tartaria. Mortice kon ook enkel gelovers en gangmakers interviewen, steeds een meerwaarde.

J.-W. VAN PROOIJEN, J. LIGTHART, S. ROSEMA & Y. Xu: The entertainment value of conspiracy theories. British Journal of Psychology (2021), 113 (1), pp. 25-48.
Artikel over de entertainmentswaarde van het bedenken en consumeren van complottheorieën.

Frank VERHOFT: Tartaria, modder en verzonnen tijd. Pseudogeschiedenis op maat van de sociale media (2023)
Een introductie van Tartaria voor skeptici, met aandacht voor de inhoud van de pseudoarcheologische theorieën, de bronnen en de ideologie achter de verhalen.

Shares
Frank Verhoft Geschreven door:

Verhalen over oude en nieuwe complotverhalen, pseudowetenschap en desinformatie. Volg me op Mastodon.